Chamise is nuttig voor de behandeling van eczeem en de ziekte van Adam. Er wordt een balsem gemaakt door 50 gram takjes en blaadjes in 2 liter extra vierge olijfolie te doen en gedurende 1 maand te laten trekken. Daarna wordt de olijfolie in een mengkom gegoten en 135 gram bijenwas gesmolten en grondig gemengd in een waterbad van 75 graden Celsius. Het mengsel wordt vervolgens in bakjes van 35 milliliter gegoten en laat men uitharden tot een balsem. De balsem kan met de vingertoppen worden ingewreven en naar behoefte dagelijks worden gebruikt op huiduitslag en huidletsels.
De plant wordt als een nuttige geneeskrachtige plant beschouwd door de Tongva, die de plant kennen als huutah. Zij gebruiken de oliën van de twijgen en bladeren en maken een sterke thee van de schors voor de behandeling van huidinfecties. Voor zweren en slangenbeten worden de bladeren en twijgen tot een poeder vermalen en met dierlijk vet vermengd en aangebracht. De takken en bladeren kunnen worden gekookt, waardoor een vloeistof ontstaat die kan worden gebruikt om pijnlijke, gezwollen of geïnfecteerde lichaamsdelen te baden. Van de Huutah wordt ook thee gemaakt om krampen, zweren en borstkwalen te verlichten.
De plant wordt ook gebruikt door veel andere Indianen, waaronder de Cahuilla, Coahuilla, Ohlone, en de Kumeyaay.