Gegevens van de postmortale studies van het iliolumbar ligament zijn controversieel omwille van het aantal, de complexiteit en de variabiliteit van de structuren aanwezig in het lumbosacrale gebied. Het doel van dit werk was de anatomie van het iliolumbale ligament te bestuderen om enkele klinische problemen op te lossen: (1) bestaan er anatomische grondslagen die het lumbale pijnsyndroom, “iliolumbaal syndroom” genoemd, kunnen verklaren? (2) bestaan er varianten van iliolumbar ligamenten die de stabiliteit van het lumbosacrale gewricht kunnen beïnvloeden? Magnetische resonantie werd gebruikt om de anatomische structuur van het iliolumbale ligament van levende mensen te analyseren. Dertig iliolumbale ligamenten van 15 vrijwilligers werden geanalyseerd met magnetische resonantie. De beelden werden verkregen langs het transversale en coronale vlak (respectievelijk superinferior en anteroposterior). Het gedeelte van het iliolumbale ligament dat uitgaat van de processus transversus van L-5 bestaat uit twee banden (anterior en posterior). De voorste band is breed en plat en kent twee verschillende anatomische varianten. Type 1 ontspringt aan de voorzijde van het inferolaterale gedeelte van processus transversus L-5 en waaiert breed uit alvorens aan te sluiten op het voorste gedeelte van de tuberositeit iliaca. Type 2 begint anterior, lateraal en posterior aan het inferolaterale aspect van processus transversus L-5 en waaiert uit alvorens in te grijpen op het anterieure gedeelte van de tuberositeit iliaca. De achterste band van het iliolumbale ligament ontspringt aan de apex van processus transversus L-5 en is fusiform. Net vóór de aanhechting aan de voorrand en apex van de bekkenkam wordt hij breder en krijgt hij het aspect van een kleine kegel. In het transaxiale vlak lag de voorste band van het iliolumbale ligament langs de horizontale lijn die door de processus transversi loopt, terwijl de achterste band posterolateraal een hoek van ongeveer 45 tot 55 graden vormde met deze lijn. Op het coronale vlak varieert de ruimtelijke ligging van het iliolumbale ligament sterk met de grootte van de L-5 wervel en zijn positie in het bekken: (1) wanneer L-5 laag in het bekken is gelegen, zijn de banden van het iliolumbar ligament langer en schuin; (2) wanneer L-5 hoog in het bekken is gelegen, zijn de banden van het iliolumbar ligament korter en horizontaal. De wijze van aanhechting van de achterste band van het iliolumbale ligament in de crista iliaca stelt ons in staat het mogelijke bestaan te bevestigen van het lumbale pijnsyndroom dat iliolumbaal syndroom wordt genoemd en bevestigt de mogelijkheid om de plaats van aanhechting ervan manueel te onderzoeken. Omdat hij manueel toegankelijk is, kunnen er rechtstreeks verschillende geneesmiddelen in worden geïnjecteerd of kan er diepe wrijving worden toegepast. Deze posterieure band is dunner dan de anterieure, met een kleinere insertiebasis op de crista iliaca, hetgeen zijn geringere weerstand tegen torsie-overbelasting verklaart en ook de frequentie van dit pijnlijke syndroom. Het is waarschijnlijk dat de ruimtelijke ligging van het iliolumbale ligament van invloed is op zijn antitorsionale rol. Verdere anatomische en biomechanische studies zijn nodig.