Baarmoedertransplantatie wordt ontwikkeld als een mogelijke toekomstige behandeling voor patiënten met absolute onvruchtbaarheid door baarmoederfactoren. Patiënten met het Mayer-Rokitansky-Kuster-Hauser (MRKH)-syndroom, patiënten bij wie een hysterectomie voor goedaardige of kwaadaardige baarmoeder-/cervixziekten is uitgevoerd en patiënten met intra-uteriene verklevingen zijn de belangrijkste groepen patiënten die baat zouden kunnen hebben bij deze procedure. Er is één poging gedaan om een menselijke baarmoeder te transplanteren, die echter mislukte. Sedertdien zijn verschillende diermodellen voor baarmoedertransplantatie ontwikkeld om verschillende aspecten van de baarmoedertransplantatieprocedure te onderzoeken en deze te optimaliseren voor gebruik bij de mens. In een muismodel werden na syngene baarmoedertransplantatie een normaal zwangerschapspercentage en normale nakomelingen gezien. De tolerantie voor koude ischemie vanaf het moment dat de baarmoeder uit de donor wordt genomen tot het moment dat deze in de ontvanger wordt geplaatst, bedraagt ongeveer 24 uur, zoals aangetoond in een baarmoedertransplantatiemodel bij de muis en op menselijk baarmoederweefsel. Het afstotingspatroon van de getransplanteerde baarmoeder werd getest in een allogeen muismodel met tekenen van afstoting na 5 tot 10 dagen. Hoge doses cyclosporine A (CyA) konden de afstoting gedeeltelijk onderdrukken, maar er zijn nog geen zwangerschappen tot stand gebracht bij allogene baarmoedertransplantaties bij welke diersoort dan ook. In de schapen- en varkensmodellen zijn de vasculaire anastomosetechniek en de verdraagbaarheid bij koude ischemie geëvalueerd. In het schapenmodel zijn na autotransplantatie normale nakomelingen ter wereld gebracht en momenteel worden allogene baarmoedertransplantaties bij schapen die met corticosteroïden en CyA zijn behandeld, getest. De eerste studies naar baarmoedertransplantatie worden nu ook uitgevoerd bij primaten. Voorspeld wordt dat baarmoedertransplantatie binnen 2 à 3 jaar een klinisch stadium kan bereiken, indien het onderzoek op dit gebied op een hoog peil blijft.