De Blue Paradise, ook wel bekend als de paradijsvis, is een felgekleurd lid van de groep van de labyrintvissen. Het lichaam heeft afwisselend turkooisblauwe en oranje strepen die doorlopen tot in de vinnen en de staart. Er is een vlek op de kieuwen, en een patroon van donkere schubben op de kop die over de rug lopen en naar beneden toe vervagen. De vinnen en de staart hebben een veerachtig uiterlijk, zoals die van een Betta. De Blue Paradise is een goede springer, dus een goed sluitend deksel is een must.
De Blue Paradise heeft een groter aquarium nodig, minstens 30 gallon, met veel schuilplaatsen voor het vrouwtje. Hij eet geen planten, maar vanwege zijn actieve balts en schijngevechten tussen bakgenoten wordt alleen zeer winterharde vegetatie aangeraden. De Blue Paradise is een territoriale vis die zijn gebied zal verdedigen tegen zijn bakgenoten. Om deze reden moet hij alleen worden gehouden met andere grote, semi-agressieve vissen. Hij zal ook kleinere bakgenoten opeten. Volwassen mannetjes moeten één per aquarium worden gehouden, omdat ze net zo hevig vechten als Betta’s.
Het mannetje Blue Paradise heeft veel langere vinnen dan het vrouwtje en is feller gekleurd. Om het kuitschieten op te wekken, verlaagt u het waterniveau en verhoogt u de temperatuur. Het mannetje zal onder een groot blad een bubblenest bouwen waar de eieren worden bewaard. Het broeden is betrekkelijk eenvoudig en het paaien kan tot 500 pootvisjes opleveren. Als de pootvisjes zijn uitgekomen, moeten ze worden gevoerd met infusoria, en als ze ouder zijn met pekelkreeftjes.
De Blue Paradise is een omnivoor en heeft zowel voedsel op basis van algen als van vlees nodig. Een op algen gebaseerd vlokkenvoer, samen met gevriesdroogde bloedwormen, tubifex, en pekelkreeftjes zal deze vissen van de juiste voeding voorzien.
Aangenomen grootte: 1-3/4″ tot 2-1/4″