Achtergrond: Constipatie treft tot 28% van de Amerikanen in 4 pathofysiologische patronen: trage transit constipatie, dyssynergische defecatie, een combinatie van beide, en normale colon transit met normale bekkenbodemfunctie. Constipatie kan een onderdeel zijn van een gegeneraliseerde gastro-intestinale (GI) transit stoornis. Het doel van deze studie was om het percentage geconstipeerde patiënten met de verschillende pathofysiologische subtypes te bepalen en om te evalueren welk percentage van geconstipeerde patiënten een diffuse GI tract transit stoornis heeft.
Methoden: Dit was een retrospectieve analyse van 212 patiënten die anorectale manometrie ondergingen voor hardnekkige constipatie. De resultaten van anorectale manometrie, elektromyografie, ballon expulsie testen, defecografie en hele darm transit scintigrafie werden beoordeeld.
Resultaten: Van de 212 patiënten die in de analyse werden opgenomen, hadden 91 (42%) trage transit constipatie, 25 (12%) hadden dyssynergische defecatie, 53 (25%) hadden beide, en 43 (20%) hadden geen van beide. Van de patiënten (91) met alleen trage transit constipatie, hadden 31 (34%) een vertraagde maaglediging, 9 (10%) een vertraagde dunne darm transit, 7 (8%) hadden een vertraging in beide, en 41 (48%) hadden een normale transit in het bovenste GI-darmkanaal. Een vergelijkbare verdeling van transittstoornissen van het bovenste GI-darmkanaal werd waargenomen bij patiënten met dyssynergische defecatie, trage transit constipatie en dyssynergische defecatie, en normale colontransit met normale bekkenbodemfunctie.
Conclusies: Patiënten met chronische idiopathische constipatie hebben een scala aan colon motorische stoornissen. De meerderheid (80%) had trage transit constipatie, dyssynergische defecatie, of een combinatie van trage transit constipatie en dyssynergische defecatie. Bovendien hebben veel patiënten (51%) met chronische idiopathische constipatie een gelijktijdige transitstoornis van het bovenste GI-darmkanaal.