U moet een nieuw kantoor in Pakhuis 5 van stroom voorzien. Hiervoor hebt u een transformator nodig van 3 kVA (277 V enkelfasig naar 120 V, tweedraads) voor de verlichting en een contactdoos voor de koffiepot en de computerterminal. Hoe sluit u de transformator aan?
In de aansluitdoos geven de “H”-aansluitingen de wikkelingen met de hogere spanning van een transformator aan, en de “X”-aansluitingen de wikkelingen met de lagere spanning. Dit model heeft twee 21/2% “FCBN” aftakkingen; volle stroom onder normaal. Waarom de aftakkingen? Als de primaire spanning constant laag is (ongeveer 270V: 2,5%, met behulp van de draden H1-H3), of 263V: 5%, met behulp van de draden H1-H2), kunt u een aftakking veranderen om de 120V op de secundaire te helpen handhaven. Zelfs als de primaire een normale 277V is (met behulp van de draden H1-H4), kunt u de aftakkingen veranderen om 120V op de secundaire te handhaven. Configureer de twee afzonderlijke wikkelingen aan de “X”-zijde voor 120V door de wikkelingen parallel te schakelen. Om 240V te krijgen, zet u ze in serie (verbind H2 met H3; verbind H1 en H4 met de belasting). Deze aansluitingen zijn toepassingsspecifiek; raadpleeg de etikettering en de literatuur van de fabrikant alvorens een aansluiting onder spanning te zetten.
Zij handhaven niet automatisch de secundaire spanning. De varkensstaartsnoeren worden met ring-terminal kabelschoenen en machineschroeven aan de bedrading van de kabelbanen gesplitst, waaraan u isolatiemateriaal toevoegt (doppen en/of geschikte splijtband).
Installeer een 10A dubbel-element zekering in een reserve enkelpolige schakelaar in 480Y/277V verlichtingspaneel op de tegenoverliggende muur van het magazijn. De zekering aan primaire zijde biedt een geschikte overstroombeveiliging aan secundaire zijde; vanwege de configuratie voor tweedraadsbedrijf. Om de spanningsval te minimaliseren, plaatst u de transformator het dichtst bij de belasting (kantoor) van het circuit.
Verliezen variëren met het kwadraat van de respectieve wikkelingsstromen; deze transformatorlocatie vermindert ze met ongeveer 81%. Aarding is in dit geval eenvoudig:
Voorstel dat u een andere transformator moet installeren (15kVA 480V 3-fase, 3-draads naar 240V 3-fase, 3-draads), die vijf kleine regelbare frequentieaandrijvingen (AFD’s) voor een verpakkingsassemblage bedient. De aansluitingen op dit type transformator zijn eenvoudig: drie draden aan de hoge kant (H1, H2 en H3) en drie draden aan de lage kant (X1, X2 en X3).
No. 10 AWG bedrading aan de primaire kant (22,6 A bij 480 V) en nr. 8 aan de secundaire kant (45,1 A bij 240 V) geven u volledige benutting van de transformatorcapaciteit. Gebruik ring-terminal krimpnokken en machineschroeven op aansluitingen, met kwart-inch Belleville ringen om de variërende thermische uitzetting van verschillende geleiders te compenseren.
Flexibele metalen leidingen isoleren trillingen, maar hoe zit het met de aarding van apparatuur? NEC Sec. 351-9 staat driekwart inch flex toe voor de aarding van apparatuur voor een overstroomvoorziening tot 60 A. De overstroombeveiliging aan de hoge zijde (in dit geval een 3-polige thermisch-magnetische breaker van 25 A) biedt bescherming tegen kortsluiting en overbelasting aan de secundaire zijde van de transformator. De afzonderlijke AFD’s hebben overeenkomstige overstroombeveiligingen en uitschakelinrichtingen nodig.
Voor een delta-delta staat Sec. 240-3(i) het weglaten van een speciale overstroombeveiliging voor transformatorbeveiliging toe. Sec. 250-5(b) staat toe dat de 240V 3-fase, 3-draads transformator secundair werkt zonder systeemaarding. Bij deze spanningsconfiguratie moeten alle overstroombeveiligingen ten minste een 240V rating hebben, en het gebruik van “slash-rated” 120/240V beveiligingen is potentieel gevaarlijk.