Depositional Environments

Abstract

Het woord “milieu” wordt voortdurend gebruikt in geologische studies. Er is een breed scala van geologische milieus die men kan bestuderen en interpreteren. Men kan het milieu van stollingsgesteenten bestuderen, d.w.z. het fysisch-chemische milieu van hun vorming, of het milieu van metamorfe gesteenten en mineralen, dat zich bezighoudt met de studie van de stabiliteit van verschillende mineralen onder verschillende druk-temperatuuromstandigheden, of het milieu van sedimentgesteenten, dat zich bezighoudt met de studie van erosie- en afzettingsprocessen. Waar het hier om gaat zijn de sedimentaire afzettingsmilieus, d.w.z. onder welke hydrodynamische, biologische en chemische omstandigheden een bepaald gesteente werd afgezet. Een sedimentaire omgeving kan een erosieve of een depositionele omgeving zijn. Een erosiemilieu wordt gekenmerkt door bepaalde denudatieprocessen en denudatiegeomorfologie, die resulteren in welbepaalde denudatieproducten. Geassocieerd met erosiemilieus zijn erosiemilieus, met hun karakteristieke afzettingsprocessen en afzettingsproducten (Walther, 1894). In het geologisch archief is het het afzettingsmilieu dat zijn sporen nalaat in de sedimenten en sedimentaire opeenvolgingen voortbrengt. Als geologen zijn wij dus meer geïnteresseerd in het afzettingsmilieu dan in het erosiemilieu van sedimenten.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.