Giacomo Girolamo Casanova werd op 2 april 1725 geboren in Venetië, als zoon van acteurs. Na studies theologie en rechten werd hij tot abdis gewijd, maar na 3 jaar verliet hij de geestelijkheid. In 1742 behaalde hij een graad in de rechten, maar hij heeft nooit serieus als advocaat gewerkt. Hij was onder meer soldaat, geheim agent, loterijuitbater, secretaris van de ambassade en violist. Hij werd wereldberoemd na zijn ontsnapping uit “De Leads” (een beroemde Venetiaanse gevangenis), die hij gedetailleerd beschreef in zijn 15-delige, Franstalige memoires. Door zijn talloze romantische avonturen, die hij eveneens zeer gedetailleerd beschreef, ontstaat een soort “vita sexualis”. Zijn niet geringe medische kennis, samen met zijn onstuimig libido en zijn uitgesproken verbeeldingskracht, leidden tot een meer dan verbazingwekkende carrière. Zijn ervaringen en beschrijvingen blijken vandaag de dag zeer relevant te zijn en getuigen veel over de kennis en vindingrijkheid van medische leken. Voor Casanova diende het gebruik van verschillende afrodisiaca of liefdesamuletten slechts één doel, en dat was het voortdurend uitbreiden van zijn frivole avonturen.Toen hij op 4 juni 1798 in Bohemen overleed aan de gevolgen van een chronische blaasaandoening, liet hij – naast de gebroken harten van talloze vrouwen – een fascinerende biografie na, die een uitgebreid en intrigerend portret geeft van de gebruiken van de 18e eeuw.