Achtergrond: Besnijdenis van mannen is beschermend tegen het humaan immunodeficiëntievirus (HIV) en bepaalde andere soa’s. De beschermende rol van mannelijke besnijdenis bij genitale herpes simplex virus (HSV) infectie en ziekte blijft echter controversieel.
Methoden: We evalueerden gegevens van een steekproef van heteroseksuele zwarte mannen die een kliniek voor seksueel overdraagbare aandoeningen bezochten om te bepalen of besnijdenisstatus van invloed was op HSV-1 en HSV-2 seroprevalentie, klinische genitale ziekte, of asymptomatische uitscheiding. Deelnemers die toestemming gaven beantwoordden vragenlijsten over hun seksuele geschiedenis, ondergingen vervolgens een gericht lichamelijk onderzoek, serologische testen op HSV-1 en HSV-2, en afname van genitale swabs voor virusdetectie. Univariate en multivariate analyses werden uitgevoerd om de relatie tussen besnijdenisstatus en HSV-seroprevalentie te beoordelen.
Resultaten: Van 460 mannen waren 335 (73%) besneden en 125 (27%) niet besneden; 61% was HSV-1 positief en 46% was HSV-2 positief. De HSV-2 seroprevalentie verschilde niet significant tussen besneden en onbesneden mannen. Onbesneden mannen hadden echter een significant hogere HSV-1-seroprevalentie dan besneden mannen (OR: 1,85; CI: 1,15-2,96). Dit verschil in seroprevalentie deed zich alleen voor bij mannen tussen 18 en 25 jaar (OR: 2,83; CI: 1,38-5,83), terwijl mannen ouder dan 26 jaar een vergelijkbare HSV-1-seroprevalentie hadden. Het ontbreken van besnijdenis bleef onafhankelijk geassocieerd met een hogere HSV-1 seroprevalentie na correctie voor leeftijd, aantal jaren sinds het seksuele debuut, en het aantal seksuele partners. In beide groepen had 20% van de mannen genitale laesies bij lichamelijk onderzoek. Van de besneden en onbesneden mannen met genitale laesies was respectievelijk 33% en 31% actief bezig met het uitscheiden van HSV-1 of HSV-2 uit de laesies. Asymptomatische HSV-uitscheiding werd waargenomen bij 12 deelnemers, die allen besneden waren.
Conclusies: Het ontbreken van mannelijke besnijdenis is geassocieerd met een hogere HSV-1, maar niet HSV-2, seroprevalentie bij jonge zwarte heteroseksuele mannen.