Het virus van boviene virusdiarree veroorzaakt een brede waaier van klinische verschijnselen met daaropvolgende economische verliezen in de melkveehouderij wereldwijd. Onze studie van een populatie melkvee in Thailand op basis van 933 tankmelkmonsters uit negen openbare melkverzamelcentra had tot doel de infectiestatus te controleren en het effect van de infectie bij koeien te evalueren, alsook de voortplantingsprestaties van vaarzen te onderzoeken om effectieve aanbevelingen voor ziektebestrijding in Thailand te kunnen doen. De resultaten toonden een matige antilichaam-positieve prevalentie in het beslag (62,5 %), waarbij het aandeel van klasse-3 besmette dieren, actief besmet stadium, 17,3 % bedroeg. Veertien persistent besmette (PI) dieren werden geïdentificeerd onder 1196 jonge dieren van de klasse-3 beslagen. De meeste van de geïdentificeerde PI-dieren, 11/14, waren geboren in één subgebied waar tot op heden geen onderzoek naar het boviene virusdiarree (BVDV) is uitgevoerd. Wat de voortplantingsprestaties betreft, vertoonden de beslagen van klasse-3 ook hogere mediane waarden van de voortplantingsindices dan die van de beslagen van klasse-0. Koeien en vaarzen in klasse-3 beslagen hadden een hogere kansverhouding van respectievelijk afkalfinterval (CI) en leeftijd bij eerste dekking (AFS) boven de mediaan, in vergelijking met klasse-0 beslagen (OR = 1,29; P = 0,02 en OR = 1,63; P = 0,02). Onze studie toonde aan dat PI-dieren zich nog steeds in het eerder bestudeerde gebied bevonden. Bovendien had een nieuw bestudeerd gebied een hoge prevalentie van BVDV-infectie en de infectie beïnvloedde de voortplantingsprestaties van koeien en vaarzen. Hoewel 37,5 % van de populatie vrij was van BVDV, kan het gebrek aan officiële ziektepreventie en minder besef van de bioveiligheid van de veestapel ertoe hebben geleid dat het virus zich blijft verspreiden en dat er mogelijk stille economische verliezen zijn opgetreden als gevolg van BVDV. Wij stelden vast dat BVDV nog steeds in de regio circuleert en dat bijgevolg een nationaal bestrijdingsprogramma vereist is.