John Harvard (1607 – 1638)

Geld nagelaten dat leidde tot de stichting van de universiteit die zijn naam draagt

De naam van John Harvard is bekender dan die van bijna elke andere afgestudeerde aan het Emmanuel College; toch weten we weinig van de man zelf. Noch is er een hedendaags portret van hem. Het gebrandschilderde raam dat in 1884 in de kapel werd aangebracht, is slechts een ‘ikon’, waarvoor de kunstenaar de opdracht kreeg het portret van John Milton te volgen en het haar wat langer te maken. Zijn vader, Robert, was slager in Southwark; zijn moeder Katharine Rogers kwam uit Stratford-on-Avon, waar het huis van haar ouders nu een Harvard-monument is. John verloor zijn vader en vier broers en zusters door de pest in 1625, en pas op de relatief late leeftijd van twintig jaar werd hij toegelaten tot Emmanuel, op 19 december 1627. Hij behaalde zijn B.A. en M.A. in 1632 en 1635, trouwde in 1636, en emigreerde in juni of juli 1637 naar New England, waar hij diende in de kerk van Charlestown, hoewel het niet bekend is of hij ooit bisschoppelijk gewijd is.

Harvard was slechts een van een aantal afgestudeerden van Cambridge (meer dan een derde van hen was afkomstig van Emmanuel) die in de jaren 1630 naar de nieuwe kolonie aan de Massachusetts Bay vertrokken, op zoek naar een nieuwe samenleving en een vrijer klimaat voor hun puriteinse opvattingen. Met de bevordering van de hoogkerkelijke William Laud tot het bisdom Londen in 1628, en nog meer nadat hij aartsbisschop van Canterbury was geworden in 1633, hadden de puriteinse geestelijken het steeds moeilijker gekregen en werden zij steeds meer vervolgd. De kolonie zelf dateert pas van 1630; maar vanaf het begin was zij georganiseerd door toegewijde mannen, met het oog op de toekomst, zowel in deze wereld als in de volgende. Deze twee doelstellingen vielen samen in het besluit, reeds in 1636, om er een college te stichten. In het volgende jaar werd de plaats vastgesteld in Newtown, waar een afgestudeerde Emmanuel, Thomas Shepard, de eerste predikant van de kerk was. Hij werd opzichter van het college tot aan zijn dood in 1649, en het was uit eerbied voor hem dat Newtown de naam Cambridge kreeg.

Harvard was dus niet de stichter van het college, zoals hij wordt genoemd op het gedenkbeeld aldaar. Maar bij zijn vroege dood in 1638 legateerde hij zijn bibliotheek met zo’n vierhonderd boeken en de helft van zijn nalatenschap, die bruto op ongeveer £1700 werd geschat. Het klinkt weinig tegen de moderne waarden in, maar het zette het jonge college op zijn pootjes, en de dankbare gemeenschap verordonneerde dat het voor altijd zijn naam moest dragen. Thomas Shepard vatte samen wat er toe doet om van hem te weten: ‘De man was een Scholler in zijn leven en verruimd naar het land en het goede ervan in leven en dood.’

  • Terug naar Lijst van Beroemde Leden

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.