Een held van de Amerikaanse Revolutie, Margaret Cochran Corbin was de eerste vrouw die een militair pensioen ontving.
De ontberingen van Corbin’s jonge leven inspireerden haar tot de moed en veerkracht die haar tijdens de Revolutie goed van pas zouden komen. Geboren in Franklin County, Pennsylvania op 12 november 1751, werd zij op vijfjarige leeftijd wees, toen haar vader werd gedood tijdens een Indianeninval en haar moeder gevangen werd genomen en nooit meer terugkwam. Zij en haar broer werden geadopteerd en opgevoed door een oom.
In 1772 trouwde ze op eenentwintigjarige leeftijd met John Corbin, die drie jaar later in dienst trad bij het leger van Pennsylvania. In plaats van thuis te blijven, vertrok Corbin met haar man naar de oorlog en werd, net als veel andere vrouwen, een kampbewoonster die geld verdiende met koken en de was doen voor de soldaten. Ze hielp ook bij de verzorging van zieken en gewonden.
Op 16 november 1776 verkleedde Corbin zich als man en voegde zich bij haar man in de slag om Fort Washington op Manhattan Island. Daar hielp ze hem met het laden van zijn kanon, en toen hij sneuvelde, nam zij snel en heldhaftig het afvuren van het kanon tegen de Britten over. Andere soldaten hadden commentaar op “Captain Molly’s” vaste doel en trefzekere schot. Uiteindelijk werd ook zij getroffen door vijandelijk vuur, dat bijna haar linkerarm afsneed en haar kaak en linkerborst zwaar verwondde. Ze kon haar linkerarm voor de rest van haar leven niet meer gebruiken. De Britten wonnen uiteindelijk deze slag en Corbin behoorde tot de krijgsgevangenen die voorwaardelijk vrijgelaten werden en weer onder de hoede kwamen van revolutionaire ziekenhuizen.
Zelfstandig, had Corbin het financieel moeilijk. Nadat zij hersteld was, sloot Corbin zich aan bij het Regiment Invaliden in West Point, waar zij de gewonden bijstond tot zij in 1783 werd ontslagen. Toen, op 6 juli 1779, kende het Continentale Congres haar, als erkenning voor haar dappere dienst, een levenslang pensioen toe dat gelijk was aan de helft van dat van mannelijke strijders. Het Congres gaf haar ook een kostuum ter vervanging van de kleren die tijdens het conflict waren geruïneerd.
In 1782 trouwde Corbin met een gewonde soldaat, maar hij overleed een jaar later. Corbin was nors en onvrouwelijk en maakte weinig vrienden onder de vrouwen van haar tijd. In plaats daarvan voelde zij zich meer thuis bij het roken van en converseren met andere soldaten.
Corbin stierf in de buurt van West Point voor haar vijftigste verjaardag. In 1926 werd haar stoffelijk overschot overgebracht van een obscuur graf langs de Hudson rivier naar West Point, waar ze werd begraven met volledige militaire eer. Een gedenkplaat in Fort Tryon Park in Manhattan, prijst haar aan als “de eerste vrouw die een soldaat was in de Oorlog voor de Vrijheid”.