Natriumnitroprusside: farmacologie, toxicologie en therapeutica

Natriumnitroprusside is een krachtig, doeltreffend en gemakkelijk omkeerbaar direct vaatverwijdend middel. Het wordt door hemoglobine afgebroken tot cyanide, dat gedeeltelijk door lever en nieren wordt ontgift tot thiocyanaat. Sommige cyaniden, vooral bij “resistente” nitroprusside-patiënten die grote hoeveelheden van het geneesmiddel nodig hebben, lijken vrij te blijven om cyanidevergiftiging te veroorzaken. Patiënten die buitensporige hoeveelheden nodig hebben, moeten het geneesmiddel waarschijnlijk niet langer toegediend krijgen, hoewel er geen maximale doseringslimieten voor langdurige therapie zijn vastgesteld. Het thiocyanaatgehalte in het bloed geeft geen indicatie van de mate waarin vrij cyanide het zuurstofgebruik in essentieel weefsel beperkt, evenmin als het cyanidegehalte in het bloed. Metabole acidose, verhoogde lactaatspiegels, verhoogde lactaat/pyruvaat-ratio’s en een verhoogd gemengd veneus zuurstofgehalte in het bloed zijn momenteel de beste aanwijzingen voor de aanwezigheid van cyanidevergiftiging bij toediening van nitroprusside. Nitroprusside lijkt nuttig voor de inductie van hypotensie tijdens een operatie en voor de behandeling van hypertensieve noodsituaties door alle oorzaken, hoewel het waarschijnlijk onverstandig is het middel langer dan een paar dagen te blijven gebruiken. De verlaging van de cardiale belasting en ventriculaire vullingsdruk door nitroprusside lijkt nuttig bij de behandeling van ernstig myocardinfalen of -infarct, maar onderzoek naar myocardiale cyanidetoxiciteit is nodig voordat volledige aanvaarding van deze therapie gerechtvaardigd is. Initiële doses tussen 0,5 en 1,5 mok/kg/min worden alleen aanbevolen als beginpunten voor zeer zorgvuldige titratie. De totale geprojecteerde intra-operatieve dosering moet zo snel mogelijk worden berekend en mag niet meer bedragen dan 3-3,5 mg/kg. Hopelijk zal toekomstig onderzoek uitwijzen wat de maximale dosis nitroprusside is die veilig in een periode van 24 uur kan worden gemetaboliseerd, en kan dit uitwijzen dat cofactoren van rhodanase, zoals thiosulfaat, of cobalaminen, zoals hydroxocobalamine, samen met nitroprusside kunnen worden toegediend om cyanidevergiftiging te voorkomen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.