” Terug naar woordenlijstindex
een relatief zwakke binding die tussen moleculen wordt gevormd zonder elektronen te delen. Het kan nuttig zijn om ze meer als aantrekkingen dan als “bindingen” te zien, omdat ze “gemakkelijk” omkeerbaar zijn. Hoe gemakkelijk hangt af van de sterkte van de aantrekkingskracht. De aantrekkingskracht komt van ladingen en/of partiële ladingen die elkaar aantrekken. Als de ladingen volledig en “permanent” zijn (b.v. Na+ & Cl-) kun je een “ionische binding” (ook wel zoutbrug genoemd) krijgen. Deze zijn relatief sterk, maar nog niet zo sterk als covalente bindingen, waarbij de elektronen daadwerkelijk worden gedeeld. Aan de zwakke kant staan de “London dispersiekrachten”, die tijdelijke ladingen inhouden die willekeurig ontstaan omdat elektronen in atomen veel bewegen en soms komen ze samengeklonterd terecht, wat leidt tot tijdelijk gedeeltelijk geladen gebieden van het (globaal neutrale) molecuul. Deze situatie van gedeeltelijke ladingsscheiding wordt een dipool genoemd, en de London dispersiekrachten omvatten tijdelijke dipolen. Klinkt alsof deze niet veel puf hebben, maar ze laten gekko’s tegen muren oplopen! Niet-covalente bindingen mogen dan individueel zwak zijn, maar als je er een heleboel van hebt die elk hun bijdrage leveren, kan dat een serieuze kleverigheid opleveren. In het midden, qua sterkte, zitten de waterstofbruggen, waarbij een waterstof elektronen deelt met een heel gulzige deler (een elektronegatief atoom) zoals zuurstof of stikstof, waardoor het gedeeltelijk positief wordt aangetrokken door iets elektronegatiefs dat een “lone pair” elektronen heeft, wat bij O & N vaak het geval is. H-bindingen zijn vergelijkbaar met die Londense krachten, maar zij impliceren permanente dipolen. Dipool-dipool interacties & Londense krachten worden collectief van der Waals interacties genoemd, en H-bindingen zijn een speciale vorm van dipool-dipool interacties. Ze zijn niet “echt” speciaal, ze worden gewoon gedefinieerd door waar hun dipolen vandaan komen, en ze krijgen gewoon hun eigen naam omdat ze veel in de biochemie voorkomen.