Staat voor “Network Operating System” en wordt uitgesproken als “N-O-S.” Een netwerkbesturingssysteem levert diensten aan computers die op een netwerk zijn aangesloten. Voorbeelden hiervan zijn gedeelde bestandstoegang, gedeelde toepassingen en afdrukmogelijkheden. Een NOS kan een peer-to-peer (P2P) besturingssysteem zijn, dat op elke computer is geïnstalleerd, of een client-server model, waarbij één machine de server is en op andere clientsoftware is geïnstalleerd.
Peer-to-peer netwerkbesturingssystemen omvatten oudere besturingssystemen zoals AppleShare en Windows for Workgroups. Deze besturingssystemen boden unieke netwerkmogelijkheden die niet beschikbaar waren in vroege versies van Mac OS en Windows. Zij stelden computers in staat elkaar te herkennen en bestanden te delen via een kabel die de machines met elkaar verbond. Na verloop van tijd werden deze netwerkfuncties geïntegreerd in standaard besturingssystemen, waardoor P2P NOSen verouderd raakten.
Client-server netwerkbesturingssystemen zijn onder andere Novell NetWare en Windows Server. Deze NOSen leveren diensten van één computer aan alle aangesloten machines. Novell NetWare vereist dat op alle client-machines specifieke client-software wordt geïnstalleerd, terwijl Windows Server werkt met standaard Windows-computers. In beide gevallen maken clients verbinding met de server en hebben zij toegang tot bestanden en toepassingen op basis van hun toegangsrechten. De centrale server beheert alle aangesloten machines en kan indien nodig updates leveren aan de clientsystemen. Dit maakt het gemakkelijk om alle computers in het netwerk up-to-date te houden.
Terwijl client-server NOS’en gedurende verscheidene decennia werden gebruikt, zijn ook zij in onbruik geraakt. Tegenwoordig beschikken desktopbesturingssystemen over geavanceerde netwerkmogelijkheden, waardoor de behoefte aan netwerkbesturingssystemen kleiner is geworden. Bovendien maken veel organisaties nu gebruik van intranetten om webgebaseerde toegang te bieden tot alle lokale systemen. In plaats van dat op elke client specifieke programma’s moeten worden geïnstalleerd, kunnen gebruikers webtoepassingen openen via een lokaal netwerk of het internet.
NOOT: Een netwerkbesturingssysteem kan ook verwijzen naar een basis-OS dat wordt uitgevoerd op een netwerkapparaat, zoals een router of firewall.
Geactualiseerd: 30 september 2016