Nutritional genomics

De toepassingen van nutritional genomics zijn talrijk. Met een gepersonaliseerde beoordeling kunnen sommige aandoeningen (diabetes, metabool syndroom) worden geïdentificeerd. Nutrigenomics kan helpen bij gepersonaliseerde gezondheid en voedingsinname door individuen te beoordelen en specifieke voedingsbehoeften te stellen. De nadruk ligt op de preventie en de correctie van specifieke genetische aandoeningen. Voorbeelden van genetisch gerelateerde aandoeningen die verbeteren door voedingscorrectie zijn obesitas, coronaire hartziekten, hypertensie en diabetes mellitus type 1. Genetische aandoeningen die vaak kunnen worden voorkomen door een juiste voedingsinname van de ouders zijn Spina Bifida, Alcoholisme en Fenylketouria.

Coronaire hartziekten

Genen die aan voeding zijn gebonden manifesteren zich via de gevoeligheid van het lichaam voor voedsel. In studies over coronaire hartziekten (CHD) is er een verband tussen de ziekte en de aanwezigheid van 2 allelen gevonden op E en B apolipoproteïne loci. Deze loci verschillen resulteren in geïndividualiseerde reacties op de consumptie van lipiden. Sommige mensen hebben een verhoogde gewichtstoename en een groter risico op CHD, terwijl anderen met andere loci dat niet hebben. Onderzoek heeft aangetoond dat er een direct verband bestaat tussen de daling van het risico op hart- en vaatziekten en de daling van de consumptie van lipiden in alle populaties.

ObesitasEdit

Obesitas is een van de meest bestudeerde onderwerpen in de nutritionele genomica. Door genetische variaties tussen individuen, kan elke persoon anders reageren op voeding. Door de interactie tussen voedingspatronen en genetische factoren te onderzoeken, wil men dieetveranderingen voorstellen die zwaarlijvigheid kunnen voorkomen of verminderen.

Er blijken enkele SNP’s te zijn die het waarschijnlijker maken dat iemand aankomt van een vetrijk dieet; mensen met AA-genotype in het FTO-gen vertoonden een hogere BMI in vergelijking met mensen met TT-genotype bij een vetrijke of koolhydraatarme voedselinname. De APO B SNP rs512535 is een andere dieet-gerelateerde variatie; het A/G heterozygote genotype bleek een associatie te hebben met obesitas (in termen van BMI en taille omtrek) en voor personen met een gewoonte vetrijk dieet (>35% van de energie inname), terwijl personen met GG homozygoten genotype waarschijnlijk een hogere BMI hebben vergeleken met AA allel dragers. Dit verschil wordt echter niet gevonden in de groep met een laag vetverbruik (<35% van de energie-inname).

Fenylketonurie (PKU)Edit

Fenylketonurie, ook bekend als PKU, is een ongewone autosomaal recessieve stofwisselingsstoornis die postpartum optreedt, maar de slopende symptomen kunnen worden teruggedraaid met voedingsinterventie.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.