Definitie
In de beeldende kunst verwijst de term “Outsider art” naar werken geproduceerd door kunstenaars buiten de gevestigde kunstwereld of buiten de conventionele grenzen van de officiële cultuur. De eigenlijke term “Outsider art” werd voor het eerst gebruikt in 1972, door de kunstcriticus Roger Cardinal, als een Engels equivalent van de Franse term “art brut” (ruwe kunst) die voor het eerst werd bedacht door de Franse schilder en assemblagekunstenaar Jean Dubuffet (1901-1985) voor hetzelfde type primitieve kunst. Dubuffet richtte zich echter op schilderijen/tekeningen van psychoten in krankzinnigengestichten, waarvan hij een omvangrijke collectie bijeenbracht, beheerd door zijn Compagnie de l’Art Brut.
Breder dan Art Brut
Is Dubuffet’s concept van Art Brut grotendeels beperkt tot werken van gemarginaliseerde en onaangepaste individuen, het Engelse concept van Outsider art is breder, en omvat werken van ongeschoolde, autodidactische (naïeve) kunstenaars, en die van kunstenaars met weinig of geen contact met institutionele vormen van kunst, met inbegrip van geografisch afgelegen kunstenaars en culturen, alsmede schilder- en beeldhouwkunst van gestichtsgevangenen. Outsiderkunst wordt geïllustreerd door het werk van de Ierse landschapschilder James Dixon (1887-1970), die op het winderige Tory Island voor de kust van Donegal woonde. Dixons buitengewone artistieke talenten werden pas duidelijk toen hij op 72-jarige leeftijd begon te schilderen! Outsider art beschrijft werken die buiten de norm zijn gemaakt: het verwijst niet alleen naar kunstenaars die onconventioneel zijn. Zo worden bijvoorbeeld aanhangers van Dada of andere anti-kunstbewegingen niet als Outsider-kunstenaars beschouwd. Ook de goed gedocumenteerde tekeningen en schilderijen van autistische kunstenaars vallen er niet onder, als die kunstenaars binnen de reguliere kunstwereld werkzaam zijn.