De paarse zeeslak of purperen zeeslak heeft een tere schelp die tot 3,5 cm (1,4 inches) in doorsnee kan groeien en die lichtpaars is aan de bovenkant en donkerpaars aan de onderkant. Dit opmerkelijke weekdier heeft zich aangepast aan het leven op de open oceaan. Hij hangt zijn hele leven aan een vlot van slijmbelletjes gevuld met gas dat de slak zelf creëert en zorgvuldig onderhoudt. Dit vlot van belletjes houdt de slak aan het zeeoppervlak waar hij op voedsel jaagt. Hij eet vooral andere oceaandrijvers, zoals Portugees-Oostzeekwallen, Blauwe Oceaanslakken en Velella.
De Janthina op zijn kleine vlot van bellen wordt meegevoerd waarheen de wind of de oceaanstromingen hem voeren. Vaak na stormen of wanneer de wind enkele dagen aanhoudend aan land heeft geblazen, kunnen rijen purperen oceaanslakken, Sargassum wier en andere open oceaandieren aangespoeld worden op de stranden van Bermuda.
De nauw verwante Pallid Janthina (Janthina pallida) wordt ook zelden gevonden in Bermuda. Hij is kleiner, de schelp is sterker gewelfd en heeft een uniforme lavendelkleur.