Aan de Redactie: Eisoptrofobie is de angst om zichzelf in de spiegel te zien; het is een zeer weinig voorkomende specifieke fobie. De ideale behandeling is meestal cognitief-gedragstherapeutische psychotherapie, net als voor andere fobieën.1,2 Psychotherapie kan echter falen om een significant therapeutisch effect te bereiken. Medicatie kan een alternatief zijn, hoewel de werkzaamheid ervan bij specifieke fobieën zeer beperkt is. Hier wordt het geval beschreven van een vrouw met eisoptrofobie geassocieerd met depressie die met succes werd behandeld met duloxetine monotherapie.
Verslag van het geval. Mevrouw A is een 55-jarige vrouw die al 30 jaar ononderbroken een eisoptrofobie heeft. De fobie van mevrouw A ging gepaard met een gevoel van angst en schaamte. Op een visueel analoge schaal van 0 tot 10, scoorde haar angst regelmatig boven de 9. Gedurende 30 jaar had zij geen andere Axis I of II stoornis. Mevrouw A was nooit behandeld voor eisoptrofobie en was medisch gezond. Zij meldde zich bij onze polikliniek op zoek naar psychotherapie om haar fobie te behandelen.
Mw A werd gediagnosticeerd met eisoptrofobie volgens de DSM-IV criteria. Ze werd behandeld met goed begeleide cognitieve gedragstherapie en met hypnose zonder positief resultaat. In de daaropvolgende maanden ontwikkelde mevrouw A een depressieve episode zonder psychotische kenmerken met een matige ernst volgens de DSM-IV-criteria. Zij werd behandeld met escitalopram, dat gedurende 3 maanden geleidelijk werd verhoogd tot 20 mg, zonder succes. Daarna kreeg ze venlafaxine, getitreerd tot 300 mg en gedurende ongeveer 16 weken volgehouden, maar ook deze farmacologische proef leverde geen remissie op. In feite zagen we geen verbetering van de depressieve symptomatologie of van de fobiesymptomen. Mevrouw A bleef zowel depressie als eisoptrofobie ervaren tot de introductie van duloxetine 60 mg/dag. Ongeveer 6 weken na het begin van de behandeling met duloxetine was de depressie van mevrouw A volledig verdwenen. Tegelijkertijd daalde haar angst voor spiegels van een analoge score van 9 naar 2. Mevrouw A beschouwde deze verbetering als zeer indrukwekkend, met een volledige verdwijning van gevoelens van schaamte en angst. Zes maanden later nam mevrouw A nog steeds duloxetine, en eisoptrofobie was geen probleem meer.
Dit is de eerste beschrijving van een geval van eisoptrofobie dat succesvol werd behandeld met duloxetine, zelfs na falen met andere antidepressiva. Gegevens over de mogelijke werkzaamheid van antidepressiva bij specifieke fobieën zijn beperkt tot kleine groepen met weinig overtuigende resultaten.3,4 Het is belangrijk te weten dat bij psychotherapieresistente specifieke fobieën, en in het bijzonder bij eisoptrofobie, duloxetine een waardevolle optie kan zijn.