Bijbelverzen over uitstel
Procrastineren over wat dan ook is niet verstandig, vooral niet als het een gewoonte wordt. Het begint met het uitstellen van één ding en leidt dan tot het uitstellen van alles. Als je weet dat je dingen te doen hebt, kun je je het beste organiseren en ervoor zorgen dat die dingen gedaan worden. Bid om hulp als je worstelt met dit gebied in je leven.
manieren waarop je kunt uitstellen.
- “Uit angst stellen we het uit om ons geloof te delen met mensen op het werk.”
- “Uit luiheid wacht je tot het laatste moment om iets te doen wat gedaan moet worden.”
- “We proberen te wachten op het beste moment om iets te doen in plaats van het nu te doen.”
- “God zegt je dat je iets moet doen, maar je stelt het uit.”
- “Uitstel bij het helen van een verbroken relatie en het aanbieden van excuses.”
Doe het nu
1. “Spreuken 6:2 je bent gevangen door wat je hebt gezegd, verstrikt geraakt door de woorden van je mond.”
2. Spreuken 6:4 “Stel het niet uit, maar doe het nu! Rust niet voordat je het gedaan hebt.”
3. Prediker 11:3-4 “Als de wolken zwaar zijn, komt de regen naar beneden. Of een boom nu noordelijk of zuidelijk valt, hij blijft waar hij valt. Boeren die wachten op perfect weer, planten nooit. Als ze op elke wolk letten, oogsten ze nooit.”
4. Spreuken 6:6-8 “Neem een les van de mieren, jullie luilakken. Leer van hun wegen en wordt wijs! Hoewel zij geen vorst of bestuurder of heerser hebben om hen te laten werken, werken zij de hele zomer hard, om voedsel te verzamelen voor de winter.”
Luizigheid
5. Spreuken 13:4 “De ziel van de luiaard hunkert en krijgt niets, terwijl de ziel van de ijverige rijkelijk voorzien wordt.”
6. Spreuken 12:24 “De hand van de ijverige zal heersen, terwijl de luiaard tot dwangarbeid zal worden aangezet.”
7. Spreuken 20:4 “Een luiaard ploegt niet in de herfst. Hij zoekt iets in de oogst, maar vindt niets.”
8. Spreuken 10:4 “Luie handen zorgen voor armoede, maar ijverige handen brengen rijkdom.”
9. Spreuken 26:14 “Zoals een deur op zijn scharnieren draait, zo draait een luiaard op zijn bed.”
Time management
10. Efeziërs 5:15-17 “Ziet dan nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onverstandigen, maar als wijzen, die den tijd ten beste gebruiken, want de dagen zijn slecht. Wees daarom niet dwaas, maar begrijp wat de wil van de Heer is.”
11. Kolossenzen 4:5 “Wandelt in wijsheid jegens buitenstaanders, de tijd zo goed mogelijk gebruikende.”
Betalen
12. Spreuken 3:27-28 “Onthoudt niet het goede aan wie het toekomt, wanneer het in uw macht is het te doen. Zeg niet tot uw naaste: “Ga heen, en kom weder, morgen zal ik het geven”, wanneer gij het bij u hebt.”
13. Romeinen 13:7 “Geef aan ieder wat gij hem schuldig zijt: Indien gij belasting schuldig zijt, betaal belasting; indien inkomsten, dan inkomsten; indien eerbied, dan eerbied; indien eer, dan eer.”
Proceteren van geloften.
14. Numeri 30:2 “Indien iemand een gelofte aan de Here aflegt, of een eed zweert om zich met een pand te verbinden, hij zal zijn woord niet breken. Hij zal doen naar alles wat uit zijn mond voortkomt.”
15. Prediker 5:4-5 “Wanneer gij God een gelofte aflegt, wacht dan niet met het betalen daarvan, want Hij heeft geen lust aan dwazen. Betaal wat gij gelofte doet. Het is beter dat gij geen gelofte aflegt, dan dat gij een gelofte aflegt en niet betaalt.”
16. Deuteronomium 23:21 “Als u de HEERE, uw God, een gelofte doet, wees dan niet traag met het betalen ervan, want de HEERE, uw God, zal het zeker van u eisen en u zult schuldig zijn aan zonde.”
Herinneringen
17. Jakobus 4:17 “Bedenk, dat het zonde is te weten wat gij behoort te doen en het dan niet te doen.”
18. Prediker 10:10 “Als het ijzer bot is, en men slijpt de rand niet, dan moet hij meer kracht gebruiken, maar wijsheid helpt om te slagen.”
19. Johannes 9:4 “Wij moeten de werken werken van Hem, die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan.”
20. Galaten 5:22-23 “Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing; tegen zulke dingen is geen wet.”
Voorbeelden
21. Lucas 14:17-18 “Toen het feestmaal gereed was, zond hij zijn knecht om de gasten te zeggen: ‘Kom, het feestmaal is gereed.’ Maar zij begonnen allen uitvluchten te zoeken. Een van hen zei: ‘Ik heb net een akker gekocht en moet die inspecteren. Neemt u mij niet kwalijk.”
22. Spreuken 22:13 “De luiaard zegt: ‘Er is een leeuw buiten! Ik zal op straat gedood worden!”