Romeins Egypte

De rijke gebieden van Egypte werden eigendom van Rome na de dood van Cleopatra VII in 30 v. Chr. Dit betekende het einde van de Ptolemeïsche dynastie die Egypte sinds de dood van Alexander de Grote in 323 v. Chr. had bestuurd. Na de moord op Gaius Julius Caesar in 44 v. Chr. was de Romeinse Republiek in rep en roer. Uit angst voor haar leven en haar troon sloot de jonge koningin zich aan bij de Romeinse bevelhebber Marcus Antonius, maar hun eclatante nederlaag in de Slag bij Actium in 31 v. Chr. bracht de geadopteerde zoon en troonopvolger van Caesar, Gaius Julius Octavius (Octavianus), naar de Egyptische kusten. Wanhopig koos Cleopatra voor zelfmoord in plaats van de vernedering van gevangenneming onder ogen te zien. Volgens een historicus stond zij eenvoudigweg aan de verkeerde kant van een machtsstrijd.

Erdere betrekkingen met Rome

Rome’s aanwezigheid in Egypte dateert eigenlijk van vóór Julius Caesar en Octavianus. De Romeinen waren periodiek betrokken bij de Egyptische politiek sinds de dagen van Ptolemaeus VI in de 2e eeuw v. Chr. De geschiedenis van Egypte, vanaf de verdrijving van de Perzen onder Alexander via de heerschappij van de Ptolemaeën en de komst van Julius Caesar, zag een natie lijden door verovering, onrust en innerlijke strijd. Het land had decennia lang overleefd onder de paraplu van een Grieks-sprekende heersende familie. Hoewel een centrum van cultuur en intellect, was Alexandrië nog steeds een Griekse stad omringd door niet-Grieken. De Ptolemys, met uitzondering van Cleopatra VII, reisden nooit buiten de stad, laat staan dat zij de inheemse taal leerden. Generaties lang trouwden zij binnen de familie, broer trouwde zus of oom trouwde nicht.

Verwijder advertenties

Advertentie

Ptolemaeus VI diende bij zijn moeder, Cleopatra I, tot haar onverwachte dood in 176 BCE. Hoewel hij ernstige problemen had met een broer die zijn recht op de troon betwistte, begon hij aan zijn eigen chaotische heerschappij. Tijdens zijn heerschappij werd Egypte tussen 169 en 164 v. Chr. tweemaal aangevallen door de Seleucidische koning Antiochus IV; het invasieleger naderde zelfs de buitenwijken van de hoofdstad Alexandrië; met de hulp van Rome kreeg Ptolemaeus VI echter weer min of meer de macht in handen. De volgende farao’s hadden weinig of geen invloed op Egypte, maar in 88 v. Chr. volgde de jonge Ptolemaeus XI zijn verbannen vader Ptolemaeus X op. Nadat hij zowel Egypte als Cyprus aan Rome had toegewezen, werd Ptolemaeus XI door de Romeinse generaal Cornelius Sulla op de troon gezet en regeerde hij met zijn stiefmoeder Cleopatra Berenice totdat hij haar vermoordde. Ptolemaeus XI’s onverstandige relatie met Rome zorgde ervoor dat hij door veel Alexandrijnen werd veracht, en hij werd daarom in 58 v. Chr. verbannen. Hij kreeg echter uiteindelijk de troon terug, maar kon daar alleen blijven door smeergeld en zijn banden met Rome.

Toen de Romeinse bevelhebber Pompeius in 48 v. Chr. in de slag bij Pharsalus door Caesar werd verslagen, zocht hij zijn toevlucht in Egypte; maar om de gunst van Caesar te winnen, doodde en onthoofdde Ptolemaeus VIII Pompeius. Toen Caesar aankwam, overhandigde de jonge farao hem het afgehakte hoofd van Pompeius. Naar verluidt huilde Caesar, niet omdat hij treurde om Pompeius’ dood, maar omdat hij de kans zou hebben gemist om de gevallen bevelhebber zelf te doden. En volgens sommige bronnen was het in zijn ogen een schandelijke manier om te sterven. Caesar bleef in Egypte om Cleopatra van de troon te stoten, omdat hij door toedoen van Ptolemaeus gedwongen was de kant van de koningin te kiezen tegen haar broer. Met de nederlaag van de jonge Ptolemaeus werd het Ptolemaeïsche rijk een Romeinse cliëntstaat, maar immuun voor elke politieke inmenging van de Romeinse Senaat. Bezoekende Romeinen werden goed behandeld, zelfs ‘verwend en vermaakt’ met sightseeing tours over de Nijl. Helaas was er geen redden aan een Romein die per ongeluk een kat doodde – volgens de traditie heilig voor de Egyptenaren – hij werd geëxecuteerd door een menigte Alexandriërs.

Verwijder advertenties

Advertentie

Cleopatra en Caesar
door Jean-Léon Gérôme (1824-1904) (Public Domain)

De geschiedenis en Shakespeare hebben tot vervelens toe verteld over de smerige liefdesaffaire tussen Caesar en Cleopatra; maar zijn onverwachte moord dwong haar hulp te zoeken om haar troon veilig te stellen. Ze koos verkeerd; Antonius was niet de ware. Zijn arrogantie had de woede van Rome gewekt. Antonius beschouwde Alexandrië als een ander Rome en koos er zelfs voor om er naast Cleopatra begraven te worden. Octavianus verzamelde de burgers en de Senaat tegen Antonius, en toen hij in Egypte aankwam, werd de jonge bevelhebber de baas over het hele Romeinse leger. Zijn overwinning op Antonius en Cleopatra bezorgde Rome het rijkste koninkrijk langs de Middellandse Zee. Zijn toekomst was verzekerd. De overvolle graanschuren van het land waren nu het eigendom van Rome; het werd de “korenschuur” van het rijk, de “parel aan de rijkskroon”. Volgens een historicus meende Octavianus echter dat Egypte nu zijn eigen privé-koninkrijk was, hij was de erfgenaam van de Ptolemaeïsche dynastie, een farao. Het werd senatoren zelfs verboden Egypte zonder toestemming te bezoeken.

Liefhebbers van geschiedenis?

Teken in voor onze wekelijkse e-mailnieuwsbrief!

Egypte wordt een Romeinse provincie

Met het einde van een lange burgeroorlog had Octavianus de loyaliteit van het leger en keerde in 29 BCE terug naar Rome en de bewondering van zijn volk. De Republiek was met Caesar gestorven. Met Octavianus – die spoedig Augustus zou worden genoemd – was een keizerrijk geboren. Het was een keizerrijk dat slecht leiderschap en talloze obstakels zou overwinnen om bijna vijf eeuwen te heersen. Hij zou de orde in de stad herstellen, de ‘eerste burger’ worden, en met de zegen van de Senaat, zonder vragen regeren. Bij zijn triomftocht in de stad toonde de keizer de oorlogsbuit. De overwinnende held, getooid in een met goud geborduurde toga en een gebloemde tuniek, reed door de straten van de stad in een strijdwagen, getrokken door vier paarden. Hoewel Cleopatra dood was (hij had gehoopt haar in het openbaar te kunnen vertonen en vernederen), werd een beeltenis van de overleden koningin, liggend op een bank, voor iedereen te zien tentoongesteld. De overlevende kinderen van de koningin, Alexander Helios, Cleopatra Selene, en Ptolemaeus Philadelphus (Caesarion was terechtgesteld), liepen mee in de processie. Kort daarna gaf Augustus opdracht tot de onmiddellijke bouw van zowel een tempel ter verafgoding van Caesar (gebouwd op de plaats waar hij was gecremeerd) als een nieuw senaatshuis, de Curia Julia; het oude was na Caesars begrafenis in brand gestoken.

De overvolle graanschuren van het land waren nu eigendom van Rome; het werd de ‘broodmand’ van het keizerrijk, de ‘parel aan de rijkskroon’.

Keizer Augustus kreeg absolute zeggenschap over Egypte. Hoewel het Romeinse recht alle wettelijke Egyptische tradities en vormen verdrong, bleven veel van de instellingen van de oude Ptolemaeïsche dynastie bestaan, met een paar fundamentele veranderingen in de bestuurlijke en sociale structuur. De keizer vulde snel de rangen van de administratie met leden van de ruiterklasse. Met een vloot op de Nijl en een garnizoen van drie legioenen of 27.000 manschappen (plus hulptroepen), stond de provincie onder leiding van een gouverneur of prefect, een aangestelde (zoals alle belangrijke ambtenaren) van de keizer. Later, toen de regio weinig bedreigingen van buitenaf kende, werd het aantal legioenen teruggebracht. Vreemd genoeg maakte de eerste gouverneur, Cornelius Gallus, onverstandig ‘grandioze beweringen’ over zijn zegevierende veldtocht naar het naburige Soedan. Augustus was niet gelukkig, en de gouverneur pleegde op mysterieuze wijze zelfmoord – de grens van het gebied zou daarna vast blijven.

Sociale & Culturele verdeeldheid

Egyptische tempels en priesterschappen behielden de meeste van hun privileges, hoewel de keizerlijke cultus wel zijn intrede deed. Terwijl de moederstad van elke regio gedeeltelijk zelfbestuur kreeg, veranderde de status van veel van de grote steden van de provincie onder Romeinse bezetting, waarbij Alexandrië (de bevolking van de stad zou 1.000.000 bereiken) de grootste concessies genoot. Augustus hield een register bij van de ‘gehelleniseerde’ inwoners van elke stad. Niet-Alexandriërs werden eenvoudigweg Egyptenaren genoemd. Rome voerde ook een nieuwe sociale hiërarchie in, één met ernstige culturele boventonen. De Helleense inwoners – zij met Griekse voorouders – vormden de sociaal-politieke elite. De burgers van Alexandrië, Ptolemais en Naucratis werden vrijgesteld van een nieuw ingevoerde poll-tax, terwijl de “oorspronkelijke kolonisten” van de moedersteden een verminderde poll-tax kregen.

Verwijder advertenties

Advertentie

Mummieportret van een meisje
door Carole Raddato (CC BY-SA)

De belangrijkste culturele scheiding was, zoals altijd, tussen het Helleense leven in de steden en de Egyptisch-sprekende dorpen; Het grootste deel van de bevolking bleef dus, zoals voorheen, bestaan uit boeren die als pachters werkten. Veel van het voedsel dat op deze boerderijen werd geproduceerd, werd naar Rome uitgevoerd om de steeds groeiende bevolking te voeden. Zoals al tientallen jaren het geval was, moest de stad voedsel importeren uit haar provincies – namelijk Egypte, Syrië en Carthago – om te overleven. Het voedsel, samen met luxegoederen en specerijen uit het oosten, liep via de Nijl naar Alexandrië en vervolgens naar Rome. In de 2e en 3e eeuw n.C. ontstonden grote particuliere landgoederen die werden geëxploiteerd door de Griekse landeigen aristocratie.

Na verloop van tijd zou deze strikte sociale structuur ter discussie komen te staan, omdat Egypte, en vooral Alexandrië, een aanzienlijke verandering onderging in zijn bevolking. Naarmate meer Joden en Grieken naar de stad trokken, ontstonden er problemen die het geduld van de keizers in Rome op de proef stelden. Tijdens het bewind van Keizer Claudius (41-54 n.C.) ontstonden rellen tussen de Joden en de Grieks sprekende inwoners van Alexandrië. Zijn voorganger, Caligula, verklaarde dat men medelijden moest hebben met de Joden, en ze niet moest haten. Later, onder keizer Nero (54-68 CE) werden 50.000 mensen gedood toen Joden probeerden het amfitheater van Alexandrië in brand te steken – twee legioenen waren nodig om het oproer de kop in te drukken.

Steun onze Non-Profit Organisatie

Met uw hulp creëren wij gratis inhoud die miljoenen mensen helpt geschiedenis te leren, over de hele wereld.

Word lid

Verwijder advertenties

Advertentie

Houding ten opzichte van de Romeinse overheersing

Op het eerste gezicht accepteerde Egypte de Romeinse overheersing. De hoofdstad Alexandrië zou zelfs een belangrijke rol spelen in de opkomst van een van de beroemdste keizers van het keizerrijk. Na de zelfmoord van Nero in 68 n.C. streden vier mannen om de troon – Galba, Otho, Vitellius, en Vespasianus – in wat bekend werd als het Jaar van de Vier Keizers. Uiteindelijk ging de strijd naar Vitellius en Vespasianus. In de hoop waardevolle graantransporten naar Rome te vertragen, reisde Vespasianus naar Alexandrië. Tegelijkertijd marcheerde Mucianus, een Romeins bevelhebber en bondgenoot van Vespasianus, Rome binnen. De verslagen Vitellius werd gevangen genomen, en terwijl hij smeekte voor zijn leven, door de straten gesleept, gemarteld en gedood. Zijn lichaam werd in de Tiber geworpen. Nog in Alexandrië, riepen de legers van Vespasianus hem unaniem uit tot keizer.

In 115 n.C. waren er echter een aantal Joodse rellen in Cyrenaica, Cyprus en Egypte, waarbij de ontevredenheid over de Romeinse overheersing tot uiting kwam en heidense heiligdommen werden bestormd. De rellen werden uiteindelijk onderdrukt door Romeinse troepen; er vielen echter duizenden doden onder Romeinen en Grieken in wat bekend werd als de Babylonische Opstand of Kitos-oorlog. De ontevredenheid over de Romeinse controle werd een deel van de Egyptische psyche. Tot de val van Rome in het westen zouden opstand en chaos de Egyptische prefecten achtervolgen. In het begin van 150 v. Chr. maakte keizer Antonius Pius korte metten met opstanden in Mauretanië, Dacië en Egypte. Meer dan een eeuw later, in 273 v. Chr., onderdrukte keizer Aurelianus een andere Egyptische opstand. Na de deling van het rijk onder Diocletianus braken er in 295 en 296 n.C. opstanden uit.

Egyptische sfinx uit het paleis van Diocletianus
door Carole Raddato (CC BY-SA)

Twee grote rampen troffen Egypte en verstoorden de Romeinse controle. De eerste was de Antonijnse pest in de 2e eeuw na Christus, maar de ergste van de twee kwam in 270 na Christus met een invasie van de meest onwaarschijnlijke van alle invallers, koningin Zenobia van Palmyra, een onafhankelijke stad aan de grens van Syrië. Toen de koning van Palmyra, Septimus Odanathus, onder verdachte omstandigheden stierf, nam zijn vrouw de leiding als regentes en leidde een leger bij de verovering van Egypte (zij verdreef en onthoofdde de prefect van Egypte), Palestina, Syrië en Mesopotamië en riep haar jonge zoon Septimus Vaballathus uit tot keizer. Eén actie die de woede van Rome opwekte, was toen zij de graantoevoer naar de stad afsneed. De nieuwe keizer van Rome, Aurelianus, zou haar uiteindelijk verslaan in 271 CE. Haar dood, echter, is gehuld in mysterie. Volgens het ene verhaal bracht de keizer haar als gevangene naar Rome (ze kreeg een privé villa), volgens het andere stierf ze op weg naar de stad.

Verwijder advertenties

Advertentie

Het einde van Romeins Egypte

Toen keizer Diocletianus aan het eind van de 3e eeuw na Christus aan de macht kwam, realiseerde hij zich dat het rijk veel te groot was om efficiënt te kunnen worden bestuurd, en daarom verdeelde hij het rijk in een tetrarchie met een hoofdstad, Rome, in het westen en een andere, Nicomedia, in het oosten. Terwijl het graan aan Rome zou blijven leveren (de meeste middelen werden naar Syrië omgeleid), werd Egypte in de oostelijke helft van het rijk geplaatst. Helaas werd een nieuwe hoofdstad in het oosten, Constantinopel, het culturele en economische centrum van het Middellandse-Zeegebied. Na verloop van tijd raakte de stad Rome in verval en werd ze vatbaar voor invasies; uiteindelijk viel ze in 476 n.C. De provincie Egypte bleef deel uitmaken van het Romeins/Byzantijnse Rijk tot de 7e eeuw, toen het onder Arabisch bestuur kwam.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.