Welkom bij onze grammaticales over hoe je moet kiezen tussen de werkwoorden saber en conocer in het Spaans.
Deze twee werkwoorden hebben te maken met kennis, maar op verschillende manieren.
In deze les leren we de gevallen waarin we “saber” gebruiken en de gevallen waarin we “conocer” gebruiken, met voorbeeldzinnen.
Aan het eind vind je een Quiz en Oefeningen om te oefenen.
Voegsels in Tegenwoordige Tekenis
Voordat we het verschil uitleggen tussen “saber” en “conocer”, laten we eerst hun vervoegingen in Tegenwoordige Tekenis bekijken:
saber | conocer | |
---|---|---|
yo | sé | conozco |
tú | sabes | conoces |
él | sabe | conoce |
nosotros | sabemos | conocemos |
vosotros | sabéis | conocéis |
ellos | saben | conocen |
“saber” vs “conocer”: hun betekenissen
De volgende tabel toont de verschillende betekenissen van “saber” en “conocer”.
We kunnen dit gebruiken als onze gids om het juiste werkwoord te kiezen in zinnen:
saber: | conocer: |
---|---|
weten, in de zin van een informatie | kennen, in de zin van bekend zijn met iemand of iets |
kunnen, in de zin van een vaardigheid hebben | iemand voor de eerste keer ontmoeten |
Laten we elk werkwoord afzonderlijk bestuderen, en voorbeeldzinnen lezen met hun verschillende betekenissen:
saber
We gebruiken saber als…:
- “weten” in de zin van een inlichting hebben.
- “kunnen” in de zin van het hebben van een vaardigheid.
Voorbeelden:
Nosotros sabemos que la Tierra es redonda.
We weten dat de aarde rond is. (Wij hebben die informatie).¿Vosotros sabéis qué ha pasado?
Weten jullie wat er gebeurd is? (Hebben jullie die informatie?)Yo sé hablar español.
Ik kan Spaans spreken. (Ik heb die vaardigheid).Tú sabes cocinar.
Je kunt koken. (Jij hebt die vaardigheid).
conocer
We gebruiken conocer als…:
- “kennen” in de zin van bekend zijn met iemand of iets.
- “iemand ontmoeten” voor de eerste keer.
Voorbeelden:
Yo conozco a María.
Ik ken María. (Ik ken haar)Mis padres conocen Barcelona.
Mijn ouders kennen Barcelona. (Ze kennen het)¿Tú me conoces?
Kent u mij? (Kent u mij?)Nosotros conocemos este libro.
Wij kennen dit boek. (wij kennen het).Esta semana he conocido a una chica muy simpática.
Deze week heb ik een heel aardig meisje ontmoet. (voor de eerste keer)Tú conociste a mis amigos el año pasado.
Je hebt mijn vrienden vorig jaar ontmoet. (voor de eerste keer)
Soms is er flexibiliteit
Goed nieuws! Er zijn zinnen waarin we “saber” of “conocer” kunnen gebruiken, en geen van beide is OK.
Het is logisch: soms is “een informatie hebben” vergelijkbaar met “ermee vertrouwd zijn”.
Voorbeelden:
Sé la verdad.
Conozco la verdad.
Beide zinnen betekenen “ik ken de waarheid”.Él sabe el final de la película.
Él conoce el final de la película.
Beide zinnen betekenen “Hij kent het einde van de film”.
Practicum
Quiz
Doe deze quiz om uw kennis te testen over “saber” vs “conocer” in het Spaans:
Start quiz