In de Dispatches from The Secret Library van deze week analyseert Dr Oliver Tearle een kleine klassieker uit de Angelsaksische poëzie
‘The Dream of the Rood’ is een van de juweeltjes uit de Angelsaksische poëzie. Rood’ is een Oud-Engels woord voor ‘kruis’, en het gedicht verhaalt over de ontmoeting van een vrome man met een pratend kruisbeeld, wat op zijn zachtst gezegd een nieuw idee voor een gedicht is. The Dream of the Rood’ is dus het eerste grote christelijke droomgedicht in de Engelse literatuur, een voorloper van de veertiende-eeuwse Pearl en Langlands Piers Plowman, naast vele andere latere werken.
Zoals Michael Alexander opmerkt in zijn inleiding op ‘The Dream of the Rood’ in zijn The Earliest English Poems (Penguin Classics), is de geschiedenis van het gedicht bijna net zo fascinerend als ‘The Dream of the Rood’ zelf. De eerste vermelding van het gedicht, aldus Alexander, is een 18 meter hoog kruis in de kerk van Ruthwell, Dumfriesshire, Schotland. Lijnen uit het gedicht zijn letterlijk gegraveerd, ronisch, op dit reusachtige rood, dat dateert uit de achtste eeuw. Een eeuw of wat later, in 884, stuurde paus Marinus Alfred de Grote, koning van Wessex, een stuk van het Ware Kruis, en in antwoord daarop werd een uitgebreide versie van ‘De Droom van de Rood’ gemaakt. Deze kopie bevindt zich in het Vercelli-handschrift, dat zich in Italië bevindt en een van de slechts vier bronnen is die we hebben voor Angelsaksische poëzie (de andere zijn het Katoen-handschrift, onze enige bron voor het lange heldhaftige verhalende gedicht Beowulf; een verzameling handschriften van de Bodleian Library in Oxford; en het Exeter Book). En kort daarna maakte Aethelmaer, die ook lid was van het koninklijke huis van Wessex, een reliekschrijn om Alfreds stuk van het Ware Kruis in onder te brengen, en regels uit ‘De Droom van de Rood’ werden gegraveerd in deze zilveren houder, die bekend staat als het Brusselse Kruis vanwege de plaats waar het nu wordt bewaard. Zoals Michael Alexander opmerkt, is het een mooi eerbetoon aan de eenheid van het Christendom dat deze drie zeer verschillende artefacten, die elk regels uit dit iconische vroeg-Engelse gedicht bevatten, allemaal in verschillende landen zijn ondergebracht, en geen van die landen is Engeland zelf. The Dream of the Rood’ is een Engels gedicht dat zijn weg naar het buitenland heeft gevonden, en is daarom misschien wel de eerste succesvolle Engelse literaire export.
Wat gebeurt er eigenlijk in ‘The Dream of the Rood’? Het is geen lang gedicht, dus een samenvatting is gemakkelijk genoeg te geven: de dichter droomt op een middernacht dat het Kruis waarop Jezus gekruisigd werd verschijnt en tot hem spreekt. Aanvankelijk, als het kruis of Rood aan hem verschijnt, is het bedekt met edelstenen, maar dan ziet de dichter dat er ook bloed van de kruisiging op zit. Dan spreekt het kruis tot de dichter en vertelt het verhaal van de kruisiging, waarbij het vertelt hoe het oorspronkelijk een boom was die werd omgehakt en tot een kruis werd gemaakt, dat vervolgens in de grond werd gestopt voordat Christus werd gebracht en eraan werd genageld. Het kruis verhaalt van zijn eigen lijden naast dat van Jezus Christus, en hoe Jezus’ lichaam na zijn dood naar beneden werd gehaald en het kruis vervolgens door Jezus’ volgelingen werd geborgen en bedekt met de edelstenen die het nu draagt. Dit is het punt waarop de ‘authentieke’ gedeelten van ‘De droom van de Rood’ eindigen; het latere gedeelte, dat onder andere door Michael Alexander als minderwaardig werd beschouwd, werd ergens na het eerdere gedicht toegevoegd en laat de dichter mijmeren over zijn ontmoeting met de Rood.
In een vorig bericht heb ik het Angelsaksische raadsel besproken, dat, zoals Michael Alexander opmerkt, gewoonlijk een van de twee volgende vormen aanneemt: het ‘ik zag’ type of het ‘ik ben’ type. In het eerste type vertelt een (menselijke) spreker wat hij zag; in het tweede wordt een stem gegeven aan een dier, een levenloos voorwerp, of een andere natuurlijke kracht zoals een weerfenomeen. (Het meest raadselachtige van alle Angelsaksische raadsels, dat eenvoudigweg luidt ‘Ik zag een vrouw alleen zitten’, is mogelijk een opzettelijke vermenging van deze twee soorten raadsels, als we de voorgestelde oplossing van ‘Een spiegel’ accepteren). In ‘The Dream of the Rood’ krijgen we in feite hetzelfde, maar op een veel groter doek: het levenloze voorwerp, de roede of het kruis, spreekt (‘I am’), terwijl de menselijke spreker ons vertelt over zijn ontmoeting met de roede (‘I saw’).
Het Ruthwell kruis is een gevierd Angelsaksisch monumentaal beeldhouwwerk, maar het is misschien ook wel het oudste bewaard gebleven stuk Angelsaksische tekst, omdat het waarschijnlijk ouder is dan de manuscripten waarin Oud-Engelse verzen bewaard zijn gebleven. The Dream of the Rood’ neemt dus een bijzondere plaats in, niet alleen in de geschiedenis van het Angelsaksische vers, maar in de geschiedenis van de Engelse literatuur in het algemeen. Het ligt daar al meer dan twaalf eeuwen in de kerk van Ruthwell, een fysieke belichaming van de allereerste dagen van de Engelse poëzie.
Oliver Tearle is de auteur van The Secret Library: A Book-Lovers’ Journey Through Curiosities of History, nu verkrijgbaar bij Michael O’Mara Books.