Welkom bij onze grammaticales over Spaanse onbepaalde lidwoorden (“artículos indeterminados”).
Onbepaalde lidwoorden zijn: un – una – unos – unas.
Ze gaan in veel omstandigheden aan zelfstandige naamwoorden vooraf.
In het Spaans hebben we 4 verschillende vormen omdat het lidwoord moet overeenkomen met het geslacht en het aantal van het zelfstandig naamwoord.
In deze les leert u alles over Spaanse onbepaalde lidwoorden, met voorbeelden van hun gebruik.
Aan het eind vindt u een Quiz en een Oefening om te oefenen.
De 4 onbepaalde lidwoorden
Omdat we het geslacht en het aantal van het zelfstandig naamwoord moeten koppelen, zijn er 4 verschillende onbepaalde lidwoorden:
Masculien | Feminien | |
---|---|---|
Singulier | un | una |
Plural | unos | unas |
De betekenissen ervan zijn:
- un, una zijn gelijkwaardig aan het Engelse “a”, “an” of “one”.
- unos, unas zijn gelijkwaardig aan het Engelse “some” of “a few”
Voorbeelden met zelfstandige naamwoorden
un + mannelijke enkelvoudige zelfstandige naamwoorden:
un coche, un profesor, un rayo, un árbol
een auto, een leraar, een ray, een boom
una + vrouwelijke enkelvoudige zelfstandige naamwoorden:
una casa, una canción, una flor, una mujer
een huis, een lied, een bloem, een vrouw
unos + mannelijke meervoudige zelfstandige naamwoorden:
unos amigos, unos vasos, unos problemas
een paar vrienden, een paar glazen, een paar problemen
unas + vrouwelijke meervoudszelfstandige zelfstandige naamwoorden:
unas señoras, unas manzanas, unas palabras
een paar dames, een paar appels, een paar woorden
Zinnen met onbepaalde lidwoorden
Hier volgen enkele voorbeeldzinnen waarin onbepaalde lidwoorden voorkomen:
Hay un hombre en la casa.
Er is een man in het huis.Mallorca es una isla de España.
Mallorca is een eiland van Spanje.Tengo unos libros interesantes.
Ik heb een paar interessante boeken.Manuel conoce a unas chicas muy simpáticas.
Manuel kent een paar heel leuke meisjes.
Practicum
Quiz
Doe deze korte quiz om je kennis te testen over “un – una – unos – unas”:
Oefening
In deze oefening gaan we oefenen met onbepaalde lidwoorden in zinnen.
Vul de lege plekken in met “un – una – unos – unas”:
Laura está con __ (1) amigas.
Laura is met een paar vriendinnen. (
Ella tiene __ (2) mensaje para ti.
Ze heeft een boodschap voor je.
Yo tengo __ (3) caramelos muy ricos.
Ik heb heerlijke snoepjes.
__ (4) cerveza, por favor.
Een biertje, alstublieft.
En la biblioteca hay __ (5) libros muy interesantes.
In de bibliotheek zijn er een aantal zeer interessante boeken.
__ (6) chico de mi clase toca el violín.
Een jongen uit mijn klas speelt viool.
Oplossingen:
1) unas
2) un
3) unos
4) Una
5) unos
6) Un
Hoe zit het met de bepaalde lidwoorden?
In deze les hebben we geleerd over onbepaalde lidwoorden.
Maar er zijn nog andere lidwoorden in het Spaans, de zogenaamde bepaalde lidwoorden (el – la – los – las).
Klik hier om meer te leren over Spaanse Bepaalde lidwoorden!