Osaka, JAPAN, 12 oktober 2020 – Takeda Pharmaceutical Company Limited (TSE:4502/NYSE:TAK) (“Takeda”) heeft vandaag tussentijdse resultaten bekendgemaakt van de VISIBLE open-label extension (OLE)-studie naar de veiligheid en werkzaamheid op lange termijn van onderhoudsbehandeling met de subcutane (SC)-formulering van het darmselectieve biologische middel Entyvio® (vedolizumab) bij patiënten met matig tot ernstig actieve colitis ulcerosa (UC).
Bij de evaluatie van het primaire veiligheidseindpunt van de studie toonden tussentijdse gegevens van de UC-patiëntenpopulatie aan dat na twee jaar onderhoudstherapie met vedolizumab SC de veiligheidsbevindingen op lange termijn consistent waren met het bekende veiligheidsprofiel van vedolizumab.1 Patiënten bleven ook klinisch voordeel van de behandeling aantonen, door het percentage klinische remissie* en corticosteroïdvrije klinische remissie**, de klinische doeltreffendheidsuitkomsten van de studie.1 Deze gegevens werden bekendgemaakt tijdens een mondelinge presentatie op het UEG-weekcongres Virtual 2020.
VISIBLE OLE is een lopende open-label, fase 3b, multinationale, multicenter studie ter evaluatie van de veiligheid en verdraagbaarheid op lange termijn van vedolizumab SC bij volwassen patiënten met UC of CD, na inschrijving en deelname aan de VISIBLE 1 (UC) of VISIBLE 2 (CD) studies.1,2 Deelnemers die de onderhoudsperiode tot week 52 hebben voltooid (gerandomiseerde completers), of die klinische respons bereikten op week 14 na een derde vedolizumab IV-infuus op week 6 (niet-gerandomiseerde responders op week 14), kregen om de twee weken vedolizumab SC 108 mg.1,2 Tussentijdse gegevens van de VISIBLE OLE-studie bij de UC-patiëntenpopulatie toonden aan dat de bijwerkingen consistent waren met het bekende veiligheidsprofiel van vedolizumab.1 Gedurende twee jaar onderhoudsbehandeling traden bij 69% van de UC-patiënten bijwerkingen op, waarbij ziekte-exacerbaties (18%), nasofaryngitis (11%), infecties van de bovenste luchtwegen (9%) en anemie (7%) het vaakst werden gemeld.1 Bij 4,5% van de patiënten werden reacties op de injectieplaats gemeld, die alle van lichte of matige ernst waren.1 Ernstige bijwerkingen traden op bij 14% van de patiënten, waarbij geen gevallen van progressieve multifocale leuko-encefalopathie en geen sterfgevallen optraden.1
Bij gerandomiseerde completers bleven de percentages klinische remissie en corticosteroïdvrije klinische remissie gehandhaafd tot week 108 (week 6: 71,0% en week 108: 68,9% , respectievelijk; week 52: 78,3% tot week 108: 70,0% , respectievelijk).1 Bij niet-gerandomiseerde responders van week 14 waren de vergelijkende percentages 62,6% in week 14 en 33,3% in week 110 voor klinische remissie, en 24,5% in week 54 en 25,0% in week 110 voor corticosteroïdvrije klinische remissie.1
“Deze nieuwste veiligheids- en effectiviteitsgegevens voor vedolizumab SC bieden extra ondersteuning/gegevens dat de voordelen van subcutane vedolizumab aanhouden tijdens langdurige onderhoudstherapie,” aldus Asit Parikh, MD PhD, hoofd van Takeda’s Gastroenterology Therapeutic Area Unit. “Entyvio® SC is in mei 2020 goedgekeurd door de Europese Commissie en biedt meer keuze wat betreft de wijze van toediening in overeenstemming met de uiteenlopende medische behoeften en voorkeuren van patiënten, plus de optie van thuismedicatie buiten de medische setting. Takeda’s inzet voor gastro-intestinale innovatie gaat door en we werken aan de ontwikkeling van een naaldloze jet-injectortoepassing die de keuze voor patiënten nog verder zou verruimen.”
* Klinische remissie wordt gedefinieerd als een partiële Mayo-score van ≤2 zonder individuele subscore >1 punt1
** Corticosteroïd-vrije klinische remissie wordt gedefinieerd als patiënten die orale corticosteroïden gebruikten op baseline (week 0), die gestopt zijn met orale corticosteroïden en in klinische remissie zijn1
Over het VISIBLE klinische testprogramma
Het VISIBLE klinische testprogramma is gericht op het beoordelen van de werkzaamheid en veiligheid van een subcutane (SC) formulering van vedolizumab als onderhoudstherapie bij volwassen patiënten met matig tot ernstig actieve colitis ulcerosa (UC) of de ziekte van Crohn (CD).
Het VISIBLE-programma bestaat uit drie fase 3-studies waaraan meer dan 1.000 UC- en CD-patiënten deelnemen, waaronder twee gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studies waarin het aandeel patiënten wordt onderzocht dat klinische remissie bereikt na week 52, en een open-label uitbreidingsstudie om de veiligheid en werkzaamheid van vedolizumab SC op lange termijn te bepalen.2,3,4
Over colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn
Colitis ulcerosa (UC) en de ziekte van Crohn (CD) zijn twee van de meest voorkomende vormen van inflammatoire darmziekten (IBD).5 UC en CD zijn beide chronische, recidiverende, remitterende ontstekingsaandoeningen van het maagdarmkanaal, waarbij CD in de loop van de tijd kan verergeren.6,7 UC treft alleen de dikke darm, in tegenstelling tot CD, dat elk deel van het maagdarmkanaal van mond tot anus kan aantasten.8,9 CD kan ook de hele dikte van de darmwand aantasten, terwijl UC alleen de binnenbekleding van de dikke darm aantast.8,9 UC presenteert zich meestal met symptomen van abdominaal ongemak, losse stoelgang, inclusief bloed of pus.8,10 CD presenteert zich meestal met symptomen van buikpijn, diarree en gewichtsverlies.6 De oorzaak van UC of CD wordt niet volledig begrepen; recent onderzoek suggereert echter dat erfelijkheid, genetica, omgevingsfactoren, en/of een abnormale immuunrespons op microbiële antigenen bij genetisch voorbeschikte personen tot UC of CD kunnen leiden.8,11,12
Over Entyvio® (vedolizumab)
Vedolizumab is een darmselectief biologisch geneesmiddel en is goedgekeurd in zowel intraveneuze (IV) als subcutane (SC) formuleringen.13,14 De SC formulering is momenteel alleen goedgekeurd in Europa, Canada en Australië. Het is een gehumaniseerd monoklonaal antilichaam dat is ontworpen om specifiek het alfa4beta7-integine te antagoniseren, waarbij de binding van alfa4beta7-integine aan intestinaal mucosaal adresineceladhesiemolecuul 1 (MAdCAM-1) wordt geremd, maar niet aan vasculair celadhesiemolecuul 1 (VCAM-1).15 MAdCAM-1 komt bij voorkeur tot expressie op bloedvaten en lymfeknopen van het maagdarmkanaal.16 Het alpha4beta7 integrine komt tot expressie op een subset van circulerende witte bloedcellen.15 Van deze cellen is aangetoond dat ze een rol spelen bij het mediëren van het ontstekingsproces bij colitis ulcerosa (UC) en de ziekte van Crohn (CD).15,17,18 Door alpha4beta7 integrine te remmen, kan vedolizumab het vermogen van bepaalde witte bloedcellen om te infiltreren in darmweefsels beperken.15
Vedolizumab is goedgekeurd voor de behandeling van volwassen patiënten met matig tot ernstig actieve UC en CD, die onvoldoende hebben gereageerd op conventionele therapie of een tumornecrosefactor-alfa (TNFα)-antagonist, of deze niet hebben verdragen.13,14 Vedolizumab is toegelaten voor het in de handel brengen in meer dan 70 landen, waaronder de Verenigde Staten en de Europese Unie, met tot op heden meer dan 510.000 blootstellingsjaren van patiënten.19
Therapeutische indicaties voor vedolizumab
Ulceratieve colitis
Vedolizumab is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten met matig tot ernstig actieve ulceratieve colitis die onvoldoende respons hebben gehad met, geen respons hebben gehad op, of intolerant waren voor hetzij conventionele therapie hetzij een tumornecrosefactor-alfa-antagonist (TNFα).
Ziekte van Crohn
Vedolizumab is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten met matig tot ernstig actieve ziekte van Crohn die onvoldoende hebben gereageerd op conventionele therapie of een tumornecrosefactor-alfa-antagonist (TNFα), of die de ziekte niet hebben verdragen.
Belangrijke veiligheidsinformatie voor vedolizumab
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor een van de hulpstoffen.
Speciale waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik
Intraveneus vedolizumab dient te worden toegediend door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg die bereid is om overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie, te behandelen indien deze zich voordoen. Bij intraveneuze toediening van vedolizumab moeten geschikte bewakings- en medische ondersteuningsmaatregelen beschikbaar zijn voor onmiddellijk gebruik. Observeer patiënten tijdens de infusie en totdat de infusie is voltooid.
Infusiegerelateerde reacties en overgevoeligheidsreacties
In klinische studies zijn infusiegerelateerde reacties (IRR) en overgevoeligheidsreacties gerapporteerd, waarbij de meerderheid mild tot matig van ernst was. Als een ernstige IRR, anafylactische reactie of andere ernstige reactie optreedt, moet de toediening van vedolizumab onmiddellijk worden gestaakt en moet de juiste behandeling worden gestart (bijv. epinefrine en antihistaminica). Als een milde tot matige IRR optreedt, kan de infusiesnelheid worden vertraagd of onderbroken en passende behandeling worden gestart (bv. epinefrine en antihistaminica). Zodra de milde of matige IRR afneemt, zet u de infusie voort. Artsen dienen voorbehandeling te overwegen (bijv. met antihistamine, hydrocortison en/of paracetamol) voorafgaand aan de volgende infusie voor patiënten met een voorgeschiedenis van milde tot matige IRR op vedolizumab, om hun risico’s tot een minimum te beperken.
Infecties
Vedolizumab is een darmselectieve integrine-antagonist zonder vastgestelde systemische immunosuppressieve activiteit. Artsen moeten zich bewust zijn van het mogelijk verhoogde risico van opportunistische infecties of infecties waarvoor de darm een defensieve barrière is. De behandeling met vedolizumab mag niet worden gestart bij patiënten met actieve, ernstige infecties zoals tuberculose, sepsis, cytomegalovirus, listeriose en opportunistische infecties totdat de infecties onder controle zijn, en artsen moeten overwegen de behandeling te staken bij patiënten die een ernstige infectie ontwikkelen tijdens chronische behandeling met vedolizumab. Voorzichtigheid is geboden bij het overwegen van het gebruik van vedolizumab bij patiënten met een gecontroleerde chronische ernstige infectie of een geschiedenis van terugkerende ernstige infecties. Patiënten moeten nauwgezet worden gecontroleerd op infecties voor, tijdens en na de behandeling. Voor aanvang van de behandeling met vedolizumab kan screening op tuberculose worden overwogen volgens de lokale praktijk. Sommige integrine-antagonisten en sommige systemische immunosuppressieve middelen zijn in verband gebracht met progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML), een zeldzame en vaak fatale opportunistische infectie die wordt veroorzaakt door het John Cunningham-virus (JC). Door binding aan het α4β7 integrine dat tot expressie komt op darm-homing lymfocyten, oefent vedolizumab een immunosuppressief effect uit specifiek voor de darm. Er werd geen systemisch immunosuppressief effect waargenomen bij gezonde proefpersonen. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg moeten patiënten die vedolizumab gebruiken controleren op nieuw optreden of verergering van neurologische verschijnselen en symptomen, en neurologische doorverwijzing overwegen indien deze zich voordoen. Als PML wordt vermoed, moet de behandeling met vedolizumab worden gestaakt; als dit wordt bevestigd, moet de behandeling permanent worden gestaakt. Typische tekenen en symptomen die met PML gepaard gaan zijn divers, verlopen in de loop van dagen tot weken, en omvatten progressieve zwakte aan één kant van het lichaam, onhandigheid van de ledematen, verstoring van het gezichtsvermogen, en veranderingen in het denken, het geheugen en de oriëntatie die tot verwarring en persoonlijkheidsveranderingen leiden. De progressie van de tekorten leidt meestal tot de dood of ernstige invaliditeit in de loop van weken of maanden.
Maligniteiten
Het risico op maligniteiten is verhoogd bij patiënten met colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn. Immunomodulerende geneesmiddelen kunnen het risico op maligniteit verhogen.
Voorgaand en gelijktijdig gebruik van biologische producten
Er zijn geen klinische onderzoeksgegevens van vedolizumab beschikbaar voor patiënten die eerder zijn behandeld met natalizumab. Er zijn geen klinische onderzoeksgegevens beschikbaar voor gelijktijdig gebruik van vedolizumab met biologische immunosuppressiva. Daarom wordt het gebruik van vedolizumab bij dergelijke patiënten niet aanbevolen.
Vaccinaties
Voordat de behandeling met vedolizumab wordt gestart, moeten alle patiënten op de hoogte worden gebracht van alle aanbevolen immunisaties. Patiënten die vedolizumab krijgen, mogen niet-levende vaccins krijgen (bijv, subunit- of geïnactiveerde vaccins) en mogen alleen levende vaccins krijgen als de voordelen opwegen tegen de risico’s.
Bijwerkingen zijn onder meer: nasofaryngitis, hoofdpijn, artralgie, infectie van de bovenste luchtwegen, bronchitis, influenza, sinusitis, hoest, orofaryngeale pijn, misselijkheid, huiduitslag, pruritus, rugpijn, pijn in extremiteiten, pyrexie, vermoeidheid, injectieplaatsreacties en anafylaxie.
Injectieplaatsreacties (subcutaan vedolizumab)
Bij patiënten die subcutaan vedolizumab kregen, werden geen klinisch relevante verschillen waargenomen in het totale veiligheidsprofiel en de bijwerkingen in vergelijking met het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen in klinische studies met intraveneus vedolizumab, met uitzondering van injectieplaatsreacties (alleen bij subcutane toediening). De reacties op de injectieplaats waren mild of matig van intensiteit, en geen enkele werd als ernstig gemeld.
Raadpleeg uw lokale regelgevende instantie voor de goedgekeurde etikettering in uw land.
Voor EU-publiek, zie de samenvatting van de productkenmerken (SmPC) voor ENTYVIO®.
Voor Amerikaans publiek, zie de volledige voorschrijfinformatie, inclusief de medicatiegids voor ENTYVIO® IV.
Takeda in Gastroenterology
Wij zijn van mening dat maag-, darm- en leverziekten niet alleen levensverstorende aandoeningen zijn, maar ziekten die de kwaliteit van leven van een patiënt kunnen beïnvloeden.20,21 Naast een fundamentele behoefte aan effectieve behandelingsopties, begrijpen wij dat het verbeteren van het leven van patiënten ook afhangt van de erkenning van hun behoeften. Met bijna 30 jaar ervaring in de gastro-enterologie heeft Takeda aanzienlijke vooruitgang geboekt in het tegemoetkomen aan de behoeften van GI-patiënten met behandelingen voor inflammatoire darmziekten (IBD), zuur-gerelateerde ziekten, short bowel syndrome (SBS), en motiliteitsstoornissen. We boeken aanzienlijke vooruitgang bij het dichten van de kloof op nieuwe gebieden van onvervulde behoeften voor patiënten met coeliakie, eosinofiele slokdarmontsteking, alfa-1-antitrypsine-geassocieerde leverziekte, de ziekte van Crohn, en acute pancreatitis, onder anderen. Samen met onderzoekers, patiëntengroepen en meer werken we aan de bevordering van wetenschappelijk onderzoek en klinische geneeskunde op het gebied van GI.
Over Takeda Pharmaceutical Company Limited
Takeda Pharmaceutical Company Limited (TSE:4502/NYSE:TAK) is een wereldwijde, op waarden gebaseerde, R&D-gedreven biofarmaceutische leider met hoofdkantoor in Japan, die zich inzet om patiënten een betere gezondheid en een mooiere toekomst te bieden door wetenschap te vertalen in zeer innovatieve geneesmiddelen. Takeda richt haar O&O-inspanningen op vier therapeutische gebieden: Oncologie, Zeldzame Ziekten, Neurowetenschappen, en Gastro-enterologie (GI). We doen ook gerichte R&D-investeringen in plasma-afgeleide therapieën en vaccins. We concentreren ons op de ontwikkeling van uiterst innovatieve geneesmiddelen die een verschil maken in het leven van mensen door de grens van nieuwe behandelingsmogelijkheden te verleggen en door gebruik te maken van onze verbeterde O&O-samenwerkingsmotor en -capaciteiten om een robuuste, modaliteits-diverse pijplijn te creëren. Onze medewerkers zetten zich in om de kwaliteit van leven voor patiënten te verbeteren en om samen te werken met onze partners in de gezondheidszorg in ongeveer 80 landen.
Voor meer informatie, bezoek https://www.takeda.com.
Contactpersonen voor de media:
Japanse media
Kazumi Kobayashi
+81 (0) 3-3278-2095
Media buiten Japan
Luke Willats
+41-44-555-1145
Belangrijke mededeling
Voor de toepassing van deze mededeling, “persbericht”: dit document, elke mondelinge presentatie, elke vraag- en antwoordsessie en elk schriftelijk of mondeling materiaal dat door Takeda Pharmaceutical Company Limited (“Takeda”) met betrekking tot dit persbericht wordt besproken of verspreid. Dit persbericht (met inbegrip van eventuele mondelinge briefing en eventuele vraag-en-antwoordsessies in verband daarmee) is niet bedoeld als, en vormt geen aanbod, uitnodiging of uitnodiging tot het doen van een aanbod om effecten te kopen, anderszins te verwerven, erop in te schrijven, te ruilen, te verkopen of zich er anderszins van te ontdoen, of tot het vragen van een stem of goedkeuring in enige jurisdictie. Er worden geen aandelen of andere effecten aan het publiek aangeboden door middel van dit persbericht. Effecten zullen niet worden aangeboden in de Verenigde Staten tenzij na registratie onder de gewijzigde U.S. Securities Act van 1933, of een vrijstelling daarvan. Dit persbericht wordt verstrekt (samen met alle verdere informatie die aan de ontvanger kan worden verstrekt) op voorwaarde dat het door de ontvanger uitsluitend voor informatieve doeleinden wordt gebruikt (en niet voor de beoordeling van een belegging, overname, vervreemding of enige andere transactie). Niet-naleving van deze beperkingen kan een schending van de toepasselijke effectenwetgeving vormen.
De ondernemingen waarin Takeda direct en indirect investeringen bezit, zijn afzonderlijke entiteiten. In dit persbericht wordt soms gemakshalve “Takeda” gebruikt wanneer wordt verwezen naar Takeda en haar dochterondernemingen in het algemeen. Evenzo worden de woorden “wij”, “ons” en “onze” ook gebruikt om te verwijzen naar dochterondernemingen in het algemeen of naar degenen die voor hen werken. Deze uitdrukkingen worden ook gebruikt waar geen nuttig doel wordt gediend door het identificeren van de specifieke onderneming of ondernemingen.
Vooruitziende verklaringen
Dit persbericht en alle materialen die in verband met dit persbericht worden verspreid, kunnen vooruitziende verklaringen, overtuigingen of meningen bevatten met betrekking tot de toekomstige zaken, toekomstige positie en bedrijfsresultaten van Takeda, met inbegrip van schattingen, prognoses, doelstellingen en plannen voor Takeda. Zonder beperking bevatten toekomstgerichte verklaringen vaak woorden als “doelen”, “plannen”, “gelooft”, “hoopt”, “gaat door”, “verwacht”, “beoogt”, “is van plan”, “verzekert”, “zal”, “kan”, “zou”, “zou kunnen”, “anticipeert”, “schat”, “projecteert” of soortgelijke uitdrukkingen of de negatieve equivalenten daarvan. Deze toekomstgerichte verklaringen zijn gebaseerd op veronderstellingen over vele belangrijke factoren, waaronder de volgende, die ertoe kunnen leiden dat de werkelijke resultaten wezenlijk verschillen van die uitgedrukt of geïmpliceerd door de toekomstgerichte verklaringen: de economische omstandigheden rond de wereldwijde activiteiten van Takeda, waaronder de algemene economische omstandigheden in Japan en de Verenigde Staten; concurrentiedruk en -ontwikkelingen; wijzigingen in toepasselijke wet- en regelgeving; het succes of het falen van productontwikkelingsprogramma’s; besluiten van regelgevende instanties en de timing daarvan; schommelingen in rente- en valutakoersen; claims of zorgen met betrekking tot de veiligheid of werkzaamheid van op de markt gebrachte producten of kandidaat-producten; de gevolgen van gezondheidscrises, zoals de pandemie van het nieuwe coronavirus, voor Takeda en haar klanten en leveranciers, met inbegrip van buitenlandse regeringen in landen waarin Takeda actief is, of voor andere facetten van haar activiteiten; de timing en de gevolgen van integratie-inspanningen na de fusie met overgenomen ondernemingen; de mogelijkheid om activa af te stoten die niet essentieel zijn voor de activiteiten van Takeda en de timing van een dergelijke afstoting(en); en andere factoren die worden genoemd in het meest recente jaarverslag van Takeda op Form 20-F en andere verslagen van Takeda die zijn ingediend bij de U. S. Securities and Exchange Commission (de Amerikaanse beurstoezichthouder), en andere factoren die worden genoemd in het meest recente jaarverslag van Takeda op Form 20-F en andere verslagen van Takeda die zijn ingediend bij de U. S. Securities and Exchange Commission (de Amerikaanse beurstoezichthouder).S. Securities and Exchange Commission, beschikbaar op de website van Takeda op: https://www.takeda.com/investors/reports/sec-filings/ of op www.sec.gov. Takeda verbindt zich er niet toe de toekomstgerichte verklaringen in dit persbericht of andere toekomstgerichte verklaringen die zij doet, bij te werken, behalve indien de wet of een beursreglement dit voorschrijft. In het verleden behaalde resultaten zijn geen indicator voor toekomstige resultaten en de resultaten of verklaringen van Takeda in dit persbericht zijn mogelijk niet indicatief voor, en zijn geen schatting, voorspelling, garantie of projectie van de toekomstige resultaten van Takeda.
1 Vermeire S, Danese S, Krisztina, et al. Langetermijnbehandeling met vedolizumab SC bij colitis ulcerosa: tussentijdse resultaten van VISIBLE OLE. Gepresenteerd tijdens de UEG-week 2020. Mondelinge presentatie OP090.
3 Werkzaamheid en veiligheid van vedolizumab subcutaan (SC) als onderhoudstherapie bij colitis ulcerosa. Beschikbaar op: https://clinicaltrials.gov/ct2/show/NCT02611830. Laatst bijgewerkt: 23 januari 2020. Laatst geraadpleegd: October 2020.
5 Baumgart DC, Carding SR. Inflammatory bowel disease: cause and immunobiology. Lancet. 2007;369:1627-1640.
6 Baumgart DC, Sandborn WJ. Ziekte van Crohn. Lancet. 2012;380:1590-1605.
7 Torres J, Billioud V, Sachar DB, et al. Ulcerative colitis as a progressive disease: the forgotten evidence. Inflamm Bowel Dis. 2012;18:1356-1363.
8 Ordas I, Eckmann L, Talamini M, et al. Ulcerative colitis. Lancet. 2012;380:1606-1619.
9 Feuerstein JD, Cheifetz AS. Ziekte van Crohn: Epidemiologie, diagnose en management. Mayo Clin Proc. 2017;92:1088-1103.
10 Sands BE. From symptom to diagnosis: clinical distinctions among various forms of intestinal inflammation.
Gastroenterology. 2004;126:1518-1532.
11 Henckaerts L, Pierik M, Joossens M, et al. Mutaties in patroonherkenningsreceptorgenen moduleren de seroreactiviteit tegen microbiële antigenen bij patiënten met inflammatoire darmziekten. Gut. 2007;56:1536-1542.
12 Kaser A, Zeissig S, Blumberg RS. Genen en omgeving: Hoe zullen onze concepten over de pathofysiologie van IBD zich in de toekomst ontwikkelen? Dig Dis. 2010;28:395-405.
15 Soler D, Chapman T, Yang LL, et al. De bindingspecificiteit en het selectieve antagonisme van vedolizumab, een anti-α4β7 integrine therapeutisch antilichaam in ontwikkeling voor inflammatoire darmziekten. J Pharmacol Exp Ther. 2009;330:864-875.
16 Briskin M, Winsor-Hines D, Shyjan A, et al. Human mucosal addressin cell adhesion molecule-1 is preferentially expressed in intestinal tract and associated lymphoid tissue. Am J Pathol. 1997;151:97-110.
17 Eksteen B, Liaskou E, Adams DH. Lymphocyte homing and its roles in the pathogenesis of IBD. Inflamm Bowel Dis. 2008;14:1298-1312.
18 Wyant T, Fedyk E, Abhyankar B. An overview of the mechanism of action of the monoclonal antibody vedolizumab. J Crohns Colitis. 2016;10:1437-1444.
19 Takeda Data on File. 2019.