Het is weer tijd om naar school te gaan en we delen een serie berichten over de basis naai-concepten. Deze zijn erg belangrijk voor iedereen die net begint. Vandaag, in het bijzonder, willen we je een term uitleggen die je vaak zult tegenkomen als je een patroon gaat opmaken: Knippen op de nerflijn. Bij naaien, net als bij alle andere hobby’s, is er een specifieke woordenschat die van toepassing is op bepaalde technieken en materialen. En het is heel belangrijk om van tevoren te weten wat deze termen betekenen.
Knippen op de nerflijn
Alle stoffen hebben een bepaalde breedte en u kunt voor elk project de benodigde lengte kopen. In ons geval zijn Katia Stoffen 150 cm breed. In onze online winkel kunt u zien dat de minimale lengte die beschikbaar is voor de verkoop 50 cm is. Voor langere lengtes moet u een veelvoud van 10 cm toevoegen.
Elke rand die de breedte van de stof bepaalt, wordt de zelfkant genoemd. Elke zelfkant is anders, afhankelijk van de stof: gerafeld, andere kleur, met tekst enz. Op onze Katia Stoffen vindt u het logo altijd op een van de zelfkanten gedrukt.
Alle stoffen hebben drie verschillende draadrichtingen: verticaal of de schering, horizontaal of de inslag en diagonaal of de biais.
Het correct plaatsen en uitknippen van patroondelen op de nerf is iets dat u moet leren als u begint, zodat het kledingstuk er optimaal uitziet en correct hangt. Op onze patroondelen vindt u een dubbele pijl die de richting van de nerf aangeeft en die parallel aan de zelfkant moet worden geplaatst (tenzij anders vermeld).
WARP
De scheringdraden zijn de verticale draden die parallel aan de zelfkant lopen. De meeste kledingstukken worden op de schering gesneden, omdat de stof in die richting niet uitrekt, waardoor het kledingstuk goed hangt. Als u twee punten dicht bij elkaar langs de kettingdraden trekt, zult u zien dat de stof niet uitrekt en stijf blijft.
Tip: Als de stof een opstaand oppervlak heeft, zoals fluweel, ribfluweel of synthetisch bont, knip dan altijd van boven naar beneden in de richting van de vleug of het bont. Als u met uw hand over de stof gaat en deze blijft vlak en glad, dan is dit de juiste richting van de schering.
WEFT
De inslagdraden zijn de draden die horizontaal van de ene zelfkant naar de andere lopen. Zij staan loodrecht op de inslagdraden.
Sommige kledingstukken of kledingstukken worden op de inslag gesneden. Bij het afstemmen van een printontwerp of om te voorkomen dat bepaalde delen vervormd raken. Ook jukken van blouses kunnen op de inslag worden geknipt. Als u twee punten dicht bij elkaar langs de inslagdraden trekt, zult u zien dat de stof iets meegeeft.
BIAS
De diagonale richting die in een hoek van 45º met de zelfkant staat, wordt de bias genoemd. Snijden op de bias creëert veel elasticiteit en geeft een spectaculaire drapering aan kledingstukken. Zoals bijvoorbeeld de typische uitlopende rokken uit de jaren vijftig.
Als u twee punten dicht bij elkaar langs de bias trekt, zult u zien dat de stof veel rekt.
Dankzij de elasticiteit is de bias perfect voor het knippen van stroken stof die kunnen worden gebruikt voor het afwerken van halslijnen en armsgaten.
TIP: Het is heel belangrijk om de nerflijn van de stof te bepalen, omdat die gaat bepalen hoe u de patroondelen correct op de stof plaatst.