Geschat wordt dat elk jaar ergens tussen de één en vijf miljoen mensen door slangen worden gebeten, waarvan ongeveer 1/5 met de dood tot gevolg. Dat aantal is een stuk lager dan het ooit was – enkele decennia geleden waren er maar weinig tegengifstoffen voor dodelijke slangen, zodat mensen vaak bezweken aan beten. Een van die slachtoffers was de Amerikaanse herpetoloog Karl P. Schmidt.
Schmidt werkte tijdens zijn wetenschappelijke loopbaan voor het American Museum of Natural History in New York en het Field Museum in Chicago, en was zelfs voorzitter van de American Society of Ichthyologists and Herpetologists van 1942 tot 1946. Hij had met ontelbare dodelijke slangen gewerkt. Maar in 1957 maakte hij de fout een jonge boomslang te onderschatten die Marlin Perkins, toenmalig directeur van de Lincoln Park Zoo, hem ter identificatie had gestuurd. Hij geloofde niet dat de slang een dodelijke dosis kon injecteren, dus zocht hij pas medische behandeling toen het al te laat was. Schmidt, de wetenschapper bij uitstek, documenteerde de laatste 15 uur van zijn leven in zijn dagboek, dat Science Friday heeft omgezet in een schrijnende video.
Waarschuwing: video bevat grafische beschrijvingen.
Boomslangs zijn een van de weinige dodelijke leden van de slangenfamilie Colubridae, vaak aangeduid als de rear-fanged slangen voor hun uniek-gepositioneerde gebit. In tegenstelling tot de andere twee grote giftige groepen – de Viperidae, of adders, en de Elapidae, of elapiden – bevinden de giftanden van de colubrids zich aan de achterkant van de kaak, en bij de meeste soorten zijn de giftanden te klein en het gif te zwak om veel schade aan te richten bij mensen. Maar de boomslang tart de colubridconventie: hij kan zijn bek bij het bijten tot bijna 180° openen, waardoor hij zijn giftanden diep in ons vlees kan laten zinken, en is gewapend met een bloedstollend gif dat dodelijker is dan het gif van cobra’s of zelfs de beruchte zwarte mamba wanneer het in muizenaders wordt geïnjecteerd.
Als Schmidt zich naar het ziekenhuis had gehaast, is het mogelijk dat medisch ingrijpen zijn leven had kunnen redden – dus zijn trots en geloof dat de kleine slang hem gewoon niet kon doden, hebben mogelijk bijgedragen aan zijn dood. Maar zonder tegengif tegen de boomslang – dat in die tijd alleen in Afrika verkrijgbaar was – zouden de artsen van meet af aan een zware strijd hebben moeten leveren. Tegenwoordig hebben dierentuinen en andere instellingen waar gifslangen worden gehouden altijd een voorraad tegengif klaarliggen, voor het geval dat.