Wrasse, een van de bijna 500 soorten mariene vissen van de familie Labridae (orde Perciformes). Wratten variëren van ongeveer 5 cm (2 inch) tot 2 meter (6,5 voet) of meer in lengte. De meeste soorten zijn langwerpig en betrekkelijk slank. Kenmerkend voor de lipvissen zijn de dikke lippen, de gladde schubben, de lange rug- en anaalvinnen en de grote, vaak vooruitstekende hoektanden vooraan in de kaak.
Koraalriffen komen over de hele wereld voor in tropische en gematigde zeeën. Ze zijn vaak overvloedig aanwezig tussen koraalriffen. De meeste lipvissen zijn carnivoren en jagen op ongewervelde zeedieren. Sommige kleine lipvissen, zoals jonge blauwkoppen (Thalassoma bifasciatum) en Labroides-soorten, fungeren echter als opruimers voor grotere vissen. Zij pikken de uitwendige parasieten van baarzen, palingen, snappers en andere vissen die hen regelmatig bezoeken, weg en eten ze op. Deze schoonmaakdienst wordt ook verricht door diverse andere kleine vissen en door bepaalde garnalen.
Sommige lipvissen zijn hun hele leven mannetjes en vrouwtjes; de meeste zijn echter protogyn hermafrodiet (d.w.z. dat zij eerst als vrouwtje functioneren alvorens in mannetje te veranderen). Bovendien kunnen sommige soorten primaire mannetjes hebben, evenals seksueel omgekeerde vrouwtjes.
Sommige lipvissen, zoals de tautog (Tautoga onitis) van de westelijke Atlantische Oceaan, zijn grauw of schemerig van kleur, maar vele, zoals de regenboog lipvis (Coris julis) van de Middellandse Zee, zijn briljant en vaak ingewikkeld gekleurd of voorzien van patronen. De kleur binnen een soort kan verwarrend variëren, afhankelijk van leeftijd en geslacht. Bij sommige soorten gaat de verandering van kleur bovendien gepaard met een verandering van geslacht, van vrouwtje naar mannetje.
Hoewel ze vaak in overvloed voorkomen, zijn ze als groep commercieel niet van groot belang. Tot de bekendere of waardevollere soorten behoren de berenkopvis (Lachnolaimus maximus), een westelijke Atlantische voedselsoort die ongeveer 7 kg (15 pond) kan wegen; de maanlipvis (Thalassoma lunare), een Indo-Pacifische soort, groen, rood en paarsachtig van kleur; de koekoeksras (Labrus ossiphagus), een soort uit het oostelijk deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee die blauw en oranje is als het een mannetje betreft, oranje of roodachtig als het een vrouwtje betreft; en de tautog, of zwartbaars, een veel voorkomende voedselvis uit het westelijk deel van de Atlantische Oceaan die maximaal ongeveer 90 cm lang en 10 kg zwaar wordt.