Allowed vs. Aloud

Wat is het verschil?

Engels kent veel woorden die leerlingen verwarrend vinden. De woorden allowed en aloud zijn vaak verwarrende woorden omdat het homofonen zijn.

Homofonen zijn woorden die hetzelfde klinken, maar een verschillende betekenis hebben. Dat betekent dat de woorden allowed en aloud dezelfde uitspraak hebben, maar ze betekenen verschillende dingen, en bovendien zijn het verschillende delen van de spraak.

Hier volgen enkele verklaringen die u zullen helpen het verschil te begrijpen tussen deze twee vaak verwarde woorden.

Klik hier voor stapsgewijze regels, verhalen en oefeningen om alle Engelse tijden te oefenen

Hardop

Wanneer u hardop spreekt, kunnen andere mensen u horen, dus daarom is de betekenis van hardop, uw stem gebruiken op een manier dat andere mensen het kunnen horen.

Het woord hardop is een bijwoord van manier, wat betekent dat het een werkwoord wijzigt.

Hier zijn enkele voorbeelden die laten zien hoe dit woord wordt gebruikt.

  1. De schrijver las hardop voor uit zijn boek.
  2. Ze lachte hardop om zijn grap.
  3. Leest u deze passage hardop voor.
  4. Het bange kind riep hardop om hulp.
  5. U kunt uw uitspraak verbeteren als u hardop leest.
  6. Lees niet hardop. U stoort iedereen in de zaal.

Toegestaan

Het woord toegestaan is de verleden tijd en ook het voltooid deelwoord van het werkwoord toestaan. De betekenis van dit werkwoord en voorbeelden die beschrijven hoe dit woord op de juiste manier gebruikt moet worden, staan in de tabel hieronder.

Toestemming geven

Hij mocht plaatsnemen.
Roken is hier toegestaan.

Om iets mogelijk te maken

Dankzij zijn nieuwe boek kon ik de Japanse cultuur beter begrijpen.

Met het geld dat ik deze maand verdiende, kon ik een nieuwe computer kopen.

Een bepaalde hoeveelheid tijd of geld voor iets gebruiken

U krijgt een uur de tijd om de test te voltooien.
Ze krijgen tien dollar voor hun snacks.

Tips

Aloud kan ook worden vervangen door “hardop”, want “hardop” betekent ook dat je je stem gebruikt, zodat anderen je kunnen horen. Probeer het woord in je zin te vervangen door “hardop” om te zien of je eigenlijk hardop of toegestaan nodig hebt in je zin. Als je het kunt vervangen, dan is het woord dat je nodig hebt in je zin luidop.

Bijvoorbeeld:

Hij stond mij toe de kamer binnen te gaan.

Hij stond mij toe de kamer binnen te gaan. (INCORRECT)

(De zin klopt niet, we kunnen hier niet “hardop” gebruiken want hij liet me de kamer binnengaan, hij maakte het mogelijk dat ik de kamer binnenging.)

Lees deze passage hardop.

Lees deze passage hardop. (CORRECT)

(Hier kunt u deze twee woorden vervangen. De zin is logisch. We willen dat anderen het horen, dus hebben we aloud vervangen door out loud.)

Een verhaal om te oefenen Toegestaan vs. Hardop

Alle leerlingen zijn erg zenuwachtig voor hun examen Engels. Ze hebben de hele nacht gestudeerd omdat ze weten dat hun eindtoets moeilijk zal zijn. Hun lerares, mevrouw Walker, komt de klas binnen en begroet hen met een brede glimlach. Ze zegt: “Vandaag maken jullie je eindtoets. Ik wil dat jullie een paar regels onthouden bij het maken van dit proefwerk.” Mevrouw Walker begint op het bord te schrijven:

Je mag je mobiele telefoon niet gebruiken.
Je mag niet spieken bij dit proefwerk.
Je mag niet eten tijdens het maken van dit proefwerk.
Je mag niet drinken tijdens het maken van dit proefwerk.
Je mag niet met andere leerlingen praten tijdens het maken van het proefwerk.

Mevrouw Walker is een strenge lerares en ze wil er zeker van zijn dat haar leerlingen alle regels kennen. Ze leest de regels hardop voor om ervoor te zorgen dat ze weten wat ze niet mogen doen. Een leerling fluistert tegen een andere leerling en mevrouw Walker ziet dat. Ze vraagt: “Mr. Adams, kunt u dat hardop zeggen?”

Mr. Adams staat op en stelt de vraag hardop. “Ik zou graag willen weten hoeveel tijd we krijgen voor de test.”

Mevrouw Walker bedankt hem en zegt dat het een goede vraag is. “U krijgt twee uur voor deze test. Dank u voor het hardop stellen van uw vraag.”

De leerlingen lezen de regels nog eens en beginnen aan de test. Aan het eind van de test is mevrouw Walker erg blij met hun gedrag en ze zegt tegen zichzelf: “Het zijn goede leerlingen.”

Een leerling ziet dat en vraagt haar dat hardop te herhalen. Ze glimlacht naar hem en zegt: “Ja, natuurlijk. Ik denk dat jullie goede leerlingen zijn.”

Quiz

Beantwoord de volgende 10 vragen en controleer daarna je antwoorden. Elke vraag is 10 punten waard.

Kies in de volgende zinnen het woord dat volgens jou juist is:

  1. Snel rijden in dit gebied is niet _______________ (hardop/toegestaan).
  2. Gelieve niet _______________ (hardop/toegestaan) te lezen. U stoort iedereen in de klas.
  3. Wij mogen geen _______________ alcohol schenken aan personen jonger dan 18 jaar.
  4. Het was een mooie ochtend en de vogels tsjilpten _______________ (hardop/toegestaan).
  5. Ze praatten _______________ (hardop/toegestaan) in de vergadering en hun baas was echt boos.
  6. Met spijt zijn mijn ouders boos op me. Ik mag zaterdag niet naar je verjaardagsfeestje komen, _______________ (aloud/toestemming).
  7. In pubs in Engeland mag je niet _______________ (aloud/toestaan) binnen roken.
  8. Sally kreeg een leuke brief en die wilde ze met haar familie delen, dus las ze hem _______________ (aloud/toestaan).
  9. Alle leerlingen waren erg blij omdat de leraar _______________ (aloud/toestaan) de klas tien minuten extra op de speelplaats liet doorbrengen.
  10. Toen we jonger waren, las mijn moeder altijd ____________ (hardop/toegestaan) aan ons voor.

Answer Key

  1. Allowed
  2. Aloud
  3. Allowed
  4. Aloud
  5. Aloud
  6. Alloud
  7. Aloud
  8. Aloud
  9. Aloud

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.