Michael Cleveland

Met een Grammy nominatie en een recordaantal van 11 overwinningen als Fiddle Player of the Year door de International Bluegrass Music Association, hebben fiddler Michael Cleveland’s ontembare geest, zeldzaam talent en werkethiek hem naar de top van zijn beroep gebracht. Zijn meesterlijke spel trekt een all-star roster van gasten aan op zijn aankomende release, TALL FIDDLER, Het album, samen met Cleveland geproduceerd door Jeff White en Sean Sullivan, is doorspekt met hetzelfde niveau van muzikale potentie dat het vuur in Cleveland aanwakkerde, wat hem ertoe aanzette zijn band Flamekeeper op te richten, onlangs geprofileerd in de inspirerende documentaire Flamekeeper: The Michael Cleveland Story, en het podium op te gaan.

“Untouchable.” Zo omschrijft Vince Gill het spel van Cleveland in de documentaire, die ons Clevelands weg toont van wonderkind tot heden. Cleveland voldoet aan Gill’s lovende woorden en laat de verve, vingervlugheid en intensiteit horen die hem tot een van de meest fascinerende performers van dit moment hebben gemaakt – in welk genre dan ook.

Cleveland’s collega-muzikanten zijn het met Gill eens: niemand minder dan Del McCoury, een steunpilaar van de bluegrass, verschijnt op TALL FIDDLER en zingt “Beauty of My Dreams” (Cleveland’s favoriete Del-nummer) met Flamekeeper-zanger Josh Richards. Elders harmoniseert Dan Tyminski met Richards op het slepende “Son of a Ramblin’ Man” en het prachtige “Mountain Heartache”, waarop ook Jerry Douglas op Dobro te horen is. Tim O’Brien en de Travelin’ McCourys maken ook hun opwachting, en helpen zo een album te maken dat, hoewel het een gezamenlijke inspanning is, geleid wordt door de gaven van Michael Cleveland.

Het is die cross-over aantrekkingskracht die TALL FIDDLER onderscheidt, een plaat die snaarmuziek mengt met country, jam-grass met folk, en die erop gericht is Cleveland – die, zoals hij vertelt in de Flamekeeper film, een gedeeltelijke doofheid overwon en blind geboren werd – bij een breder publiek te introduceren. Ja, bluegrass mag dan de eerste liefde van de inwoner van Indiana zijn, maar op dit album rockt Cleveland.

Dit blijkt al uit het eerste nummer van het album, waarin hij rifft met gitaarheld Tommy Emmanuel op het titelnummer, een call-and-response gevecht tussen twee deskundige duellers, elk op de top van hun kunnen. Hij houdt de energie hoog in “Tarnation”, een originele compositie met banjo visionair Bela Fleck, waarin beide spelers naar een explosief einde racen. En op zijn versie van “Tennessee Plates” omarmt hij de vettige, soulvolle stijl van Memphis, door John Hiatt’s oneerbiedige verhaal over road trips en berovingen te interpreteren met hulp van gastzanger Sam Bush.

“Ik hou van muziek die een zekere intensiteit heeft,” zegt hij. “Ik hou van spelers die misschien niet de soepelste of de mooiste zijn, maar als het tijd is om te spelen, stappen ze er gewoon in en gaan ze er achteraan. Ik heb geprobeerd daar iets van te vangen.”

Dat wil echter niet zeggen dat het in TALL FIDDLER aan nuance ontbreekt. Cleveland weet precies wanneer hij zich moet terugtrekken en subtiele, zelfs onverwachte noten moet laten horen. Dat is voor een deel te danken aan de vijfsnarige viool – met zijn extra lage C-snaar – die zijn favoriete wapen is. In het opzwepende “Five String Swing” trekt hij de aandacht met een reeks dubbelgrepen, waarbij hij zoete, tokkelende klanken uit zijn strijkstok tovert. Elders, op “Lazy Katie”, een instrumentaaltje geschreven voor zijn vriendin, is Cleveland een en al precisie en evenwicht, en laat hij zijn fiddling ongehaast tevoorschijn komen in de geest van de titel van het liedje.

Gill heeft gelijk om Clevelands vaardigheden “onaantastbaar” te noemen. Het kan ook verleidelijk zijn om zijn spel als moeiteloos samen te vatten. Maar dat zou de muzikant tekort doen. Het is opmerkelijk, bovenmenselijk zelfs, om je voor te stellen wat Cleveland heeft moeten overwinnen om de bluegrass superster te worden die hij nu is – ook al maakt hij liever grapjes over zijn lengte dan dat hij zijn eigen talenten roemt.

“I guess I don’t have to be an actual tall fiddler,” zegt Cleveland over de titel van zijn album.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.